Sensorisch materiaal, visa problemen, TLM’s en een tripje naar Eastern Region.

2 december 2018 - Kumasi, Ghana

Akwaaba!

Een nieuwe week met nieuwe verhalen, deze keer als het goed is wat uitgebreider dan de afgelopen blog!

De week begon (zoals elke week) op maandag. We stonden al vroeg op om naar Deduako special school te gaan (de school van ‘De Grote Vriendelijke Reus’, die we inmiddels al niet meer zo noemen..). We waren vastbesloten om die dag de website voor de school en de muurschilderingen af te ronden en dus begonnen we direct voordat de zon te heet zou worden en ons zou laten smelten. De Grote Vriendelijke Reus wist van ons bezoek af maar was wederom in geen velden of wegen te bekennen tot grote ergernis van Sasha die hem nodig had voor de content van de website. Ik stortte me ondertussen vol overgave op de laatste 2 muren die beschilderd moesten worden. Rond een uur of 1 zat ons werk erop, maar de Grote Vriendelijke Reus was nog steeds ‘Missing In Action’. We besloten niet langer op hem te wachten (want je weet nooit hoe lang het gaat duren met de Ghanezen) en gingen daarom richting huis om te lunchen ons om te kleden. Na de lunch vertrokken we naar de Kumasi Mall om daar een bizar boodschappenlijstje af te werken. Van trechters tot bonen, plastic bakken, zonnebloemolie, kleurstof en veren; we hadden het allemaal nodig om sensorische materialen te maken voor kinderen met een beperking. Er stond namelijk een workshop over sensorische integratie op de planning bij een van de special schools en we wilden hen graag laten zien hoe ze zelf op een creatieve manier met een klein budget en minimale middelen sensorisch speelgoed konden maken.

Dinsdag stond Sasha al te springen om aan de slag te gaan met de sensorische materialen maar van Jasmine was om 11.30 nog steeds geen spoor te bekennen. Nadat we braakgeluiden hoorden vanuit het toilet werd het ons duidelijk dat ze een flinke voedselvergiftiging had opgelopen en dus gingen we met z’n tweeën aan de slag. We begonnen met het maken van ‘sensory-bottles’, lege colaflesjes gevuld met deels gekleurd water/glitter en deels zonnebloemolie. Schud het flesje heen en weer en je wordt er spontaan rustig van. Sasha genoot er zelfs zo erg van dat ze snel nog een flesje leegdronk om voor zichzelf een sensory bottle te maken. Nadat alle verzamelde flesjes gevuld waren gingen we aan de slag met ballonnen die we vulden met o.a. bonen, rijst, havermout, meel en zout. We knoopten de ballonnen dicht en tekende er met een markeerstift een oogje en vinnetje op. Voila; een ‘voelvisje’. Ook maakten we een bak gevuld met rijst, glitter, veren en pompoms. Een schepje erin, een trechtertje vastgeplakt in de hoek van de bak en een heerlijke sensorische ontdek-bak was het resultaat! Ook maakten we nog een bak met scheerschuim en knikkers. De kinderen gaan het vast geweldig vinden om met dit alles te kunnen spelen in de sensorische ruimte die tot op heden nog veel te leeg is om überhaupt zo genoemd te mogen worden. Tenminste: áls de spullen ooit bij ze aankomen, want Sasha speelt er zelf wel héél erg graag mee..

Daarna gingen we langs bij de printshop waar we er weer een flinke stapel papier doorheen joegen. We hadden hand-outs gemaakt voor tijdens de workshop zodat de leerkrachten ook na de workshop nog een document zouden hebben om alle informatie in terug te vinden (zo ‘sustainable’ denken wij inmiddels!).

Op woensdag lag Jasmine nog steeds als een hoopje ellende in bed, maar Sasha en ik moesten echt het huis uit om naar het immigratiekantoor te gaan. Het was inmiddels 28 november; de datum waarop ons visum verliep en de verlenging dus écht gelukt moest zijn. Aangekomen bij het kantoor bleek helaas al snel dat onze paspoorten nog niet terug waren gekomen. Help. Paniek! De medewerkers verzekerden ons dat het allemaal heus wel goed zou komen omdat wij op tijd actie hadden ondernomen, dat ons aanvraag nog niet behandeld was lag buiten onze verantwoordelijkheid volgens hen. Ik liet mijn telefoonnummer achter en vroeg hen of ze me wilden bellen wanneer de paspoorten terecht waren. Als ik iets heb geleerd is het dat je anders na 6 weken nog geen bericht hebt! Teleurgesteld verlieten we het kantoor, nog geen 5 minuten later werd ik al door ze gebeld. ‘Zouden ze onze paspoorten toch gevonden hebben?, zei ik hoopvol tegen Sasha. Terug in het kantoor zagen we 3 rode, Nederlandse paspoorten tevoorschijn komen uit een laadje. ‘There is only one problem, your applicationform says you applied for a one month extension but you said you needed two months..’, zei een van de medewerkers. We keken elkaar verbaasd aan, dat kán niet. Toch bleef de man volhouden dat we echt maar voor 1 maand verlenging hadden aangevraagd en dus greep Sasha in paniek naar de paspoorten op tafel. Tot onze opluchting bleken de paspoorten van 3 andere obroni’s te zijn. Maar goed, volgens de Ghanezen lijken we natuurlijk allemaal op elkaar! Voor de tweede keer verlieten we teleurgesteld het immigratiekantoor om naar CEDRES te gaan. De tijd gaat nu écht snel en alle 3 wilden we tijdens ons verblijf in Ghana de basics van gebarentaal leren omdat dit voor zowel een zuster als een journalist en een beeldend therapeut erg handig is! Bij CEDRES worden bijna alle lessen in gebarentaal gegeven en dus leek ons dit de perfecte plek om te starten. Het was niet moeilijk om iemand te vinden die ons wel wat lessen wilde geven en nadat we onze eerste afspraak hadden gemaakt vertrokken we weer naar huis om te werken aan ons ‘internship-report’ (ja dames en heren, we zijn nog steeds niet klaar met typen!).

Op donderdag besloten we weer naar Garden City Special School te gaan om de picto-systemen af te leveren. Daar aangekomen werden we weer ontvangen door de assistent van de headmistress die voorstelde om alle leerkrachten te verzamelen zodat we hen instructies konden geven over het gebruik ervan in de klas. Sommige leerkrachten leken erg gemotiveerd om het systeem te gaan gebruiken en stelden voor om het zelf eens uit te proberen zodat ze van elkaar konden leren. Andere leerkrachten hingen verveeld in hun lessenaar met een blik die verried dat ze eigenlijk helemaal geen zin hadden in ‘extra werk’. Nadat we de instructie hadden gegeven en hadden uitgelegd waarom het gebruik van picto’s belangrijk is voor kinderen met autisme en Down syndroom gingen we met de tro-tro richting het centrum van Kumasi, ‘Kejetia’. Van onze buurvrouw Queen Bee, die zelf ook lerares is, hadden we het nummer gekregen van een man die TLM’s (teaching and learning materials) verkoopt. Uit ons onderzoek was gebleken dat vrijwel alle scholen in Ejisu nauwelijks tot geen TLM’s hebben, wat het erg lastig maakt om (vooral de kinderen met leerproblemen) te onderwijzen. Omdat we nog redelijk wat geld over hadden van de doneeractie besloten we TLM’s te kopen voor de scholen die we hebben bezocht om interviews af te nemen. Het bleek nog niet eenvoudig om op de plaats van bestemming te komen. De trotro gooide ons op een random plek uit de bus en daar stonden we dan. Met niet veel meer dan de instructie om naar KO Methodist (een wijk in Kumasi) te gaan. We belden de man van de TLM’s en vroegen hem om meer aanwijzingen. Echt waar Ghana: ga een Gouden Gids aanleggen alsjeblieft. De man vroeg ons om de telefoon aan een voorbijganger te geven zodat diegene ons verder zou kunnen helpen. Enigszins wantrouwig gaven we de telefoon af aan een taxichauffeur die de aanwijzingen braaf tot zich nam en daarna een vrouw van straat plukte die hij de opdracht gaf om ons naar de plaats van bestemming te krijgen. Een andere vrouw begon zich er mee te bemoeien en drukte ons op het hart dat we goed moesten letten op onze tassen en dat we niet zonder de vrouw mochten rondlopen. ‘It is dangerous here, watch out sisters, I care about you’. We droegen daarom onze rugzakken op onze buik en liepen lichtelijk nerveus achter de vrouw aan tussen de mensen met enorme zakken handelswaar op hun hoofd terwijl we ons best deden niet geplet te worden tussen de spookrijdende trotro’s. Langzaam verdwenen we in het ‘markt-doolhof’ en na een tijdje verdwaald rondlopen stond er plots een vrouw voor ons die vertelde dat ze ons al verwachtte. We namen aan dat het de vrouw van de TLM winkel was en dus volgden we haar dieper het doolhof in. Na een tijdje kwamen we aan bij een miniscuul winkeltje van nog geen 2 vierkante meter. De man van wie de winkel was begon al een bezetene zijn TLM’s tentoon te stellen en we kochten onder andere posters van het alfabet, cijfers, de tafels, dieren, biologie, geschiedenis en klokkijken. Ook kochten we een voorraad pennen, schriften en wat leesboeken op verschillende leesniveaus. Een hoop tijd later en geld lichter verlieten we het zaakje weer terwijl er vanuit een hoekje een ‘loopvrouw’ werd geroepen. Ze nam de enorme (zware!) stapel posters op haar hoofd en liep voor ons uit richting een taxi.  Nadat we haar (uiteraard, arme vrouw) een fooitje hadden gegeven vertrokken we weer met een goed gevulde achterbak uit de hectiek van de Central Market.

Vrijdagochtend ging de wekker al rond ‘Ghanese tijd’: 5.00. Om 5.30 verlieten we het huis om richting het centrum van Kumasi te gaan om daar een bus te vinden naar Koforidua. Onze laatste maand in Ghana was inmiddels ingegaan en we wilden graag nog een tripje maken buiten de Ashanti Region. Gelukkig was het niet al te moeilijk om een bus te vinden, de mensen op straat waren wederom erg behulpzaam en vriendelijk. Hoewel we al voor 7.00 voor de bus stonden was deze helaas al vol, en dus moesten we wachten op de volgende bus die gelukkig ‘al’ om 8.00 vertrok. Ik installeerde me met mijn rugzak naast een vrouw met gezellige Afrikaanse heupen, vastgeklemd tussen handelswaar dat in het middenpad van de bus was neergezet. Om de bus in en uit te komen moest ik klimmen over coolboxen, koffers, zakken met plataan en yam, en bergen tweedehands kleding (in Ghana ook wel ‘A dead white mens clothes’ genoemd). Uiteraard reden we niet weg voordat iemand was voorgegaan in gebed. Onderweg was er natuurlijk weer genoeg te zien. Op de middenberm van de weg stonden Jehova’s getuigen te prediken met megafoons of microfoon en box, bandjes speelden kerkliederen en zoals gebruikelijk werd er onderweg het een en ander gekocht door het raampje van de bus, van geroosterde plataan tot zakjes pinda en luchtverfrissers. Na een rit van een paar uur kwamen we rond het middaguur uit in Bunso, in de Eastern Region van Ghana. Na wat onderhandeld te hebben over de entreeprijs kregen we een rondleiding door de Botanical Garden die ruim 180 jaar oud is en door de Britten destijds is opgezet. We kregen uitleg over de bomen, planten, noten en vruchten in de tuin. Over de oorsprong en medicinale werking ervan. Het hoogtepunt (voor mij) was het zien van de ‘King of the Jungle tree’, een reusachtige boom die minstens zo hoog was als een wolkenkrabber in New York voor mijn gevoel. De gids liet zien hoe de boom vroeger werd gebruikt als communicatiemiddel door met een enorm stuk hout op een van de wortels van de boom te slaan. Halverwege de tour kwamen er plots een stuk of 6 trucks het terrein op gereden, het bleek dat het S.O.S. Childvillage uit Kumasi een bedrijfsuitje had, wat een toeval! We vervolgende de tour onder hun gezelschap en nadat de rondleiding door de tuin ten einde kwam ging een deel van de groep met de gids mee om over de ‘canopy’ te lopen, een route over houten loopbruggen tussen de boomstoppen. Ik haakte uiteraard af, niet eens zozeer vanwege de hoogte maar vooral vanwege het feit dat nog geen 2 jaar geleden de hele brug was ingestort en een complete schoolklas hun dood tegemoet was gevallen. Ik vond de constructie er nog steeds niet al te betrouwbaar uitzien en dus bleef ik lekker op de grond om plaatjes te schieten van Sasha en Jasmine die hun leven wel op het spel wilden zetten. Na de Canopy Walk gingen we weer langs de weg staan om een trotro aan te houden die ons naar Koforidua zou kunnen brengen, gelukkig duurde dit niet al te lang. Aangekomen in Koforidua gingen we op zoek naar een hotel of guesthouse om te overnachten. Natuurlijk bleek dat op google maps verschillende hotels stonden aangegeven die bij aankomst op de locatie helemaal niet (meer?) bleken te bestaan en na een tijdje rondslenteren sprak ik een beveiliger bij een bankgebouw aan om te vragen of hij wist waar we een slaapplek konden vinden. Hij vertelde dat een collega van hem een guesthouse had en dat hij haar zou halen. Hij dook het bankgebouw in en kwam terug met de vrouw die voorstelde dat we met haar naar het guesthouse zouden gaan om de kamers te bekijken. We gingen akkoord en liepen met haar richting haar auto. Vanuit mijn ooghoek zag ik 2 blanke jongens naderen (niet zo moeilijk om deze op te merken in Ghana), ze kwamen me bekend voor maar het kwartje viel nog niet helemaal. Ze kwamen dichterbij en spraken ons aan. Ik keek naar het speldje op hun overhemd en ineens begon het me te dagen, het waren leden van de Mormoonse kerk. Ik had niet zozeer de jongens herkend maar wel hun uniform omdat de mormonen in Leiden precies hetzelfde dragen. Ze bleken missionarissen uit de US te zijn en duwden nog snel een folder in onze handen voordat we bij de vrouw instapten en wegreden. Eenmaal onderweg zag ik hoe we langzaam het centrum van Koforidua verlieten en de snelweg op reden. ‘Volgens mij zitten we straks echt in the middle of nowhere in een guesthouse’, zei ik teleurgesteld tegen de meiden. En inderdaad, ergens in een buitenwijk van de stad werden we gedropt bij een guesthouse, het zag er prima uit maar er was in de wijde omgeving niks te beleven en het was pas 15.00. Wat gingen we hier de rest van de dag doen? We stapten uit en de vrouw liep naar binnen toe om daar haar werknemer helemaal de grond in te stampen: ‘What are you doing, you are not working, you did not change the pillowcases, what am I supposed to do with you, I think I will fire you, you are not wearing your uniform (…)’. Na een tirade van ongeveer 10 minuten vonden we de vrouw niet zo leuk meer, de manier waarop ze tegen het meisje sprak was verschrikkelijk en we vonden het maar vreemd dat ze dit in ons bijzijn besprak. ‘Is there any place within walking distance where we can find something to eat?’, vroeg ik haar. We hadden die dag niet veel meer dan 1 oliebol (ja ze hebben oliebollen in Ghana!) op en ik viel bijna om. De vrouw zei dat er niet veel te halen was in de omgeving maar ze moest haar dochter ophalen van school en wilde ons onderweg wel ergens afzetten. Ze kon ons dan op de terugweg weer ophalen of we konden lopend terug naar het guesthouse. Bij een houten kotje langs de weg werden afgezet en kwamen we tot de ontdekking dat het enige op het menu ‘kenkey’ was, niet bepaald Sasha’s favoriete gerecht. We besloten om een trotro of taxi aan te houden die ons naar een ander restaurant zou kunnen brengen en voorzichtig bespraken we of niet ook op zoek konden gaan naar een ander hotel met wat vriendelijker personeel. De knoop was snel doorgehakt en daar gingen we weer, met de taxi terug richting het centrum. We werden afgezet bij een prima hotel en aten die avond voor de 2e keer Banku, deze keer beviel het gelukkig een stuk beter dan de eerste keer toen het naar gefermenteerde drab smaakte..

Op zaterdagochtend verlieten we om 8.00 het hotel om naar het centrum te gaan en daar een trotro te vinden naar Boti Falls. We haalden weer een oliebolletje als ontbijt en zaten tevreden knagend in het busje. De rit was mooi en al snel veranderde het landschap van stedelijk naar groen en bergachtig. Onderweg zagen we vijvers vol met waterlelies, vrouwen die voor hun hut elkaars haar aan het vlechten waren en mannen die op het erf een kip slachtte. Kinderen speelden bij de waterpomp en droegen waterkruiken op hun hoofd naar huis. Aangekomen bij de Boti Falls, een van de grotere toeristische attracties in Ghana, kregen we een gids. Hij vroeg ons of we enkel de watervallen wilden zien of ook naar de ‘Umbrella Rock’ en ‘3 headed palmtree’ wilden. ‘It is a 2 hour walk to go there, most whites want to do it but most blacks are too lazy’. Onder het motto dat we absoluut niet lui waren besloten we voor de lange tour te gaan, we waren immers niet voor niets helemaal naar het oosten van het land afgereisd. We begonnen de wandeling met goede moed, het eerste deel voerde ons door droog gebied dat nog het meeste weg had van een savanne. Na verloop van tijd werd het steeds begroeider en het duurde niet lang voordat we in een bos uitkwamen dat uiteindelijk overging in jungle (jippie..). In mijn hoofd begon ik ‘het is nog steeds een blauwe, een blauwe blauwe blauwe’ te zingen. (Voor wie dit niet weet: dit liedje is ooit ontstaan tijdens wintersport toen ik het eng vond om een rode piste (1 level moeilijker dan een blauwe piste) op te gaan. Wanneer ik het toch deed zong ik dit liedje steeds om mezelf moed in te zingen en sindsdien zing ik het in elke situatie waarin ik bang ben). De wandeling werd steeds pittiger en we waren constant aan het klimmen (letterlijk!) en dalen. We klauterden over rotsen en staken riviertjes over met een ladder. Het laatste stuk van was loodzwaar en we moesten een paar honderd meter stijl naar boven klimmen. Omdat ik paniek had vanwege de spinnen in de jungle was ik helemaal verkeerd aan het ademen en zag ik bijna blauw toen ik eindelijk boven was, maar het was het allemaal waard geweest! We waren aangekomen bij de Umbrella rock, een rots bovenop de berg die zoals de naam al doet vermoeden doet denken aan een paraplu. Het was alsof we in de Lion King zaten! We waren er helemaal alleen op 3 kinderen uit een nabijgelegen dorp na die op de rots lagen te genieten van het uitzicht. Een van hen hupte er snel vandoor om zijn moeder te waarschuwen dat er obroni’s bij de rots waren en al snel kwam ze aangerend met een teil vol flesjes water en ‘custard apples’ op haar hoofd. Nadat we een tijdje van het uitzicht hadden genoten en een fotoshoot hadden gedaan gingen we verder naar de volgende attractie. Na een minuut of 5 kwamen we uit bij de 3 headed palmtree, wat precies was wat de naam al verried. Niet het meest spectaculaire onderdeel van de trip maar goed, hebben we dat ook eens gezien! We gingen weer dezelfde weg terug als we gekomen waren en nu was het zelfs nog wat spannender omdat we naar beneden, de afgrond in moesten klimmen. Het (angst)zweet liep in straaltjes van ons hoofd, daarbij was nu ook het warmste gedeelte van de dag aangebroken. Na de terugtocht stond ons nog het bezoek aan de Boti Falls te wachten. We daalden 250 trappen af naar beneden en kwamen aan op een sprookjesachtige plek, ik bedoel, de Droomvlucht in de Efteling is er niets bij! We kwamen uit op een cirkelvormige plek, half strand, half water. Aan alle kanten werden we omringt door hoge rotsen, begroeid met groen. Vanaf de rotsen kwamen 2 watervallen met veel geweld naar beneden denderen. Op het strand lagen 2 traditionele houten bootjes. Ik installeerde me op een grote boomtak om de omgeving eens goed in me op te nemen terwijl Sasha als een bezetene haar kleding van haar lijf trok om een duik te nemen. We waren helemaal alleen en het was fantastisch, een grote stroom toeristen zou deze plek helemaal verpest hebben. Na een minuut of 2 kwamen er toch wat andere mensen naar beneden, het bleken Ghanezen. Ze waren allemaal gekleed in zwart-wit (feestkleding). De 3 vrouwen begonnen te gillen zodra ze de watervallen zagen en haastten zich naar het water om daar glorie-liederen te zingen en te bidden, volgens de Ghanezen is het namelijk een heilige plek en zou het water iedere vrouw vruchtbaar maken. Het duurde natuurlijk niet lang voordat ik werd gevraagd naar mijn Ghanese naam en met hen op de foto moest. We klommen de 250 trappen weer terug omhoog en besloten om eerst even een colaatje te drinken om bij te komen van de wandeling voor we weer verder zouden gaan naar de volgende bestemming. Ook in het restaurant kreeg ik behalve mijn cola weer een ‘kerk-envelopje’ in mijn handen gedrukt. Het gebeurd hier meerdere keren per week dat je ergens bent (in een trotro, op straat, in een restaurant of bus) en dat je plotseling een envelop in je handen krijgt waar je geld in moet stoppen. Meestal is het geld voor een ‘church-harvest’ of omdat iemand een bedrijfje wil opzetten maar niet genoeg geld heeft.

Toen de cola op was gingen we weer aan de weg staan om vervoer te vinden naar de volgende bestemming. De Boti Falls lagen echter erg afgelegen en ik hield er maar rekening mee dat het misschien wel even/een paar uur ging duren. Na ongeveer een half uur hadden we geluk en kwam er een taxi langs. Er zaten echter al 3 mensen in en dus propte ik me naast een man op de bijrijdersstoel. We spraken een prijs met de chauffeur af en reden richting de Akka Falls. Daar aangekomen betaalden we de man maar we kregen geen wisselgeld meer terug. We probeerden hem tot reden te roepen maar de man deed alsof hij gek was. Een voorbijganger begon zich er ook mee te bemoeien maar de man zette zijn taxi in achteruit en ging er vandoor. ‘God sees all! He is watching you!’, riep ik hem nog na. Dat voelde stiekem wel erg lekker om te zeggen. Het volgende probleem diende zich meteen weer aan gezien we geacht werden om 20 cedi per persoon te betalen om naar de waterval te mogen, terwijl er in mijn reisgids 5 cedi stond. Ook onze gids bij de Boti Falls had ons gezegd dat de entree 5 cedi zou zijn.

De voorbijganger die ons ook al had geprobeerd te helpen met de taxichauffeur probeerde de opzichter tot reden te roepen maar de vrouw begon boos in het Twi naar hem te schreeuwen. Na een tijdje draaide ze zich om en liep weg richting haar huis om daar op een stoel te gaan zitten en verder te mokken. De hulpvaardige man liep naar haar toe om verder te praten maar ze was niet tot rede vatbaar. Na een tijdje begonnen ze heen en weer te schreeuwen en ik maakte uit hun gesprek de woorden ‘discriminatie’ en ‘obroni’ op. In een laatste poging liepen we nogmaals naar de vrouw toe om met haar te onderhandelen over de prijs maar ze wilde ons niet eens aankijken, laat staan met ons praten. Ze stond op en liep weer weg. Ik begon het een beetje zat te worden, we waren al 20 minuten aan het onderhandelen. ‘Madam, I am talking to you, can we please have a conversation like adults? We offer you 7.50 each, that is more than the set price in the book, you can either take it or leave it but we are not paying 20 each’. Ze begon weer te schreeuwen en ‘mekken’ (zoals Sasha zegt) maar de jongen die ons gedurende de hele discussie had bijgestaan riep ons bij zich en zei dat hij ons gewoon mee zou nemen. De waterval was niet haar eigendom en hij vond het vervelend dat de vrouw zo tegen ons tekeer ging. Na een half uur gingen we dan eindelijk naar de waterval die ook weer prachtig was! Ook nam hij ons nog mee naar de bovenkant van de waterval waar we een prachtig uitzicht hadden over de omgeving. Omdat het droge seizoen nu is begonnen stond een groot deel van de rivierbedding droog en ik had het gevoel dat er elk moment een dinosaurus tevoorschijn kon komen zo zag het landschap er uit. Een stukje verderop was een vrouw de was aan het doen terwijl haar kinderen in het water aan het baden waren. We liepen met de jongen verder tot we uitkwamen bij een klein poeltje stilstaand water. ‘Can you teach me how to swim?’ vroeg hij aan ons. Hij vertelde dat hij in Accra aan het strand vaak witte mensen zag zwemmen in de zee en dat hij het zo fantastisch vond dat ze konden drijven op het water. Hij wilde het graag leren maar hij vertelde geen ondergoed aan te hebben, en dus ging het feest niet door. We liepen weer verder en na een tijdje kwamen we bij de weg waar we vandaan waren gekomen. We werden nog even meegenomen naar het huis van de broer van onze gids om handjes te schudden en telefoonnummers uit te wisselen (‘maar we hebben helaas geen Ghanees nummer’). Hij regelde een taxi voor ons voor een eerlijke prijs en nadat we hem hadden beloofd ooit terug te komen om hem te leren zwemmen reden we terug richting Koforidua. Jasmine dit keer met een man op de bijrijdersstoel en Sasha en ik samen met een oma, vrouw en kind op de achterbank, het was gezellig en vooral warm. Terug in Koforidua vonden we al snel een trotro naar Kumasi en na een levensgevaarlijke rit waarbij alle passagiers uren lang ‘Gyaj, kasia!’(stop, idioot!) riepen naar de chauffeur kwamen we weer thuis en stond ons ontvangstcomité uiteraard al weer klaar.

Dat was het weer voor deze week!

Kus, Lau/Ama

Foto’s

3 Reacties

  1. Ursy:
    2 december 2018
    He Lau,

    Mooi verhaal weer! Bedacht net dat wij er over drie weken ook al zijn... We moeten zeker ook een waterval gaan bekijken en een nationaal park. Wel fijn dat de meeste Ghanezen Engels praten en vriendelijk zijn. Tot gauw!
  2. Astrid:
    4 december 2018
    Weer heerlijk gelezen kleintje! Kissie As
  3. Berna:
    6 december 2018
    Berna:

    Hoi Lau,
    Even snel jouw beide blogs gelezen Lau. Het was echt de moeite waard en jullie hebben weer heel wat beleefd.
    Big hug
    Berna