Terug naar India, gebarentaal, het daklozen project, workshops, ‘annoying Ama’ en Farmers Day.

10 december 2018 - Kumasi, Ghana

Akwaaba!

Leuk dat je nog steeds niet bent afgehaakt!

Pak er lekker een kop thee bij, wat overgebleven speculaas, banketletter of taai taai en lees gezellig mee J

De week begint deze keer op zondag (ik zorg er voor dat jullie absoluut geen dag uit mijn Ghanese leven missen!). We hadden het weekendje naar de Eastern Region erop zitten en waren zaterdagavond laat weer terug gekomen in Kumasi. Op zondag besloten we daarom voor de verandering eens een rustdagje in te lassen. Ik deed mijn was, speelde met de kinderen, ging op stap voor boodschappen en nam eindelijk weer eens de tijd om yoga te doen. Al een paar weken terug was ik er achter gekomen dat er in Kumasi een erg goed Indiaas restaurant zat en deze luie zondag leek me erg geschikt om het restaurant eens uit te proberen. Gelukkig was het niet al te moeilijk om Sasha en Jasmine daar ook van te overtuigen en dus gingen we rond een uur of 7 met de trotro richting het restaurant. We waren bijna op de bestemming toen de chauffeur plots bovenop de truck voor ons knalde, gelukkig zag ik het aankomen en had ik me goed vast. ‘Aye!’, riep ik voor ik door had dat deze kreet mijn mond verliet. Ik begon te giechelen, blijkbaar ben ik na 2,5 maand dusdanig geïntegreerd dat ik zelfs Ghanees reageer op dit soort dingen.. Zowel de trotro als de truck hadden flink wat schade en de bestuurders van beide voertuigen begonnen opgewonden tegen elkaar te schreeuwen. Het duurde niet lang voor alle passagiers in de trotro er zich ook mee begonnen te bemoeien en binnen mum van tijd ontstond er een enorme chaos in en om de trotro. Ik hoorde de woorden ‘insurance’ en ‘police’ langskomen en al snel maakte de trotro chauffeur zich uit de voeten (of wielen?!), met zijn bumper half over de grond slepend zette hij ons uiteindelijk toch nog op de juiste locatie af. Daar aangekomen kregen we alle 3 een onbehaaglijk gevoel, er was op deze plek van de stad nauwelijks straatverlichting en mijn gevoel zei me dat we maar beter flink konden doorlopen. We liepen onder een viaduct door waar daklozen lagen te slapen en kwamen uit bij een verlaten tankstation waar een stuk of 3 mannen gelijk onze kant op kwamen en vroegen waar we heen gingen. Of ze ons alleen maar wilden helpen of andere intenties hadden weten we niet maar we negeerden ze en liepen stevig door richting het restaurant. ‘Op de terugweg maar even een Uber nemen’, stelde ik voor. Gelukkig waren de meiden het daar helemaal mee eens. Na wat een eeuwigheid leek te duren doemde het restaurant eindelijk voor ons op, een kitscherige bedoeling compleet met pilaren, nepmarmer, ledlichtjes en schreeuwende advertenties. Een portier liet ons binnen en ik voelde me een soort Alice in Wonderland toen ik de deur door liep; ik was meteen in een andere wereld (of land). Direct herkende ik de geur van India en vrijwel alle mensen in het gebouw waren van Indiase afkomst, gekleed in traditionele Sarees en tulbanden. Er speelde Bollywood muziek op de achtergrond en aan de muren hingen afbeeldingen van Krishna, Vishnu en Ganesha. Ik was compleet in de war, ik was zojuist binnen 1 stap van Ghana naar India gereisd en ik voelde me direct weer thuis. Voor Ghanese begrippen was het restaurant erg duur maar voor deze ene keer lieten we dat de pret niet drukken. Jasmine en Sasha waren niet bekend met de Indiase keuken en dus kreeg ik alle vrijheid om wat gerechtjes te bestellen die we konden delen. Van lime soda tot Lassi, van papadums tot pakora, tikka masala en malai kofta: alles smaakte fan-tas-tisch! Ik moet zeker nog eens terug voordat mijn tijd in Kumasi er op zit. Mocht je dus ooit ik Kumasi zijn, ga zeker langs bij ‘Moti Mahal’!

Op maandag was het weer tijd om aan de slag te gaan. De tijd gaat ineens zo ontzettend snel en er is ook nog ontzettend veel dat we willen doen, daarom ontkwamen we er niet meer aan om een goede planning te maken. Die dag stond onze eerste les gebarentaal op de planning. Rond het middag uur zou een van de studenten van CEDRES ons les geven maar voordat het zo ver was moesten we eerst via YouTube zijn videos bekijken om alvast het alfabet te leren en een aantal andere functionele woorden (tijdsaanduidingen, jezelf voorstellen etcetera). Die ochtend verlieten we het huis daarom al vroeg om op de campus de filmpjes te bekijken. Om 12.00 stipt zaten we klaar in de resource room voor onze les, maar onze leraren was nog nergens te bekennen. Om 12.30 gingen we er eigenlijk al vanuit dat hij helemaal niet meer zou komen maar we besloten te wachten tot 13.00 (je moet de Ghanezen ‘effe wat tijd’ geven). Ons vermoeden werd bevestigd toen er om 13.00 nog steeds niemand was komen opdagen en dus pakten we onze spullen en gingen lunch halen. Eenmaal thuis besloten we het immigratiekantoor nog eens te bellen om na te vragen hoe het met onze paspoorten zat. ‘I will go and look immediately, hold on and wait a minute, call me back in 3 hours!’, zei de vriendelijke man van de immigratiedienst. Only in Ghana… dachten we bij onszelf. Only in Ghana is a minute the same timeframe as 3 hours. Goed, 3 uur later belden we dus netjes terug om te horen dat onze paspoorten nog niet klaar waren en dat het waarschijnlijk woensdag zou worden.

Het was inmiddels dinsdag en die dag stond er heel wat op de planning. We hadden een inventarisatie gemaakt van de hoeveelheid geld van de doneeractie dat tot dusver uitgegeven was. Omdat we erg selectief met de besteding ervan zijn omgegaan hadden we nog meer in ‘de pot’ zitten dan we in eerste instantie hadden verwacht. December was inmiddels aangebroken en ik stelde voor om in de ‘christmas spirit’ iets te doen voor de daklozen. Bijna dagelijks komen we bij ‘Tech Junction’, het trotro station van de campus. Vrijwel altijd zien we daar dezelfde daklozen zitten, de meesten van hen hebben een beperking. Ze hebben niet veel meer dan een plastic zak waarop ze zitten en een klein schaaltje om kleingeld in te verzamelen. Ik stelde daarom voor om een gedeelte van het geld te besteden aan ‘basic need pakketten’ voor hen en gelukkig stonden Jasmine en Sasha hier achter. Op dinsdagochtend vertrokken we daarom  al vroeg richting Kejetia om de Central Market te bezoeken (de grootste markt van Afrika!). We hadden een lijstje gemaakt met de items die we zochten: tandenborstels, tandpasta, regenjassen, water, houdbaar voedsel, schoeisel, toiletpapier, een deken, zeep, kleding en nog een hele hoop meer. Ook leek het me een goed idee om in elk pakket een setje te stoppen met spullen om schoenen te poetsen zodat de daklozen op die manier wat inkomen zouden kunnen genereren. De markt is opgedeeld in segmenten, zo is er een gedeelte voor eten, een gedeelte voor kleding, een gedeelte voor huishoudelijke items en verzorgingsproducten en ga zo maar door. Ik ging er vanuit dat het wel even zou gaan duren voordat we ons lijstje hadden afgewerkt gezien de omvang van de markt en ook was de kans groot dat we zouden verdwalen. Toch ging het verzamelen van de items gemakkelijker dan gedacht, iedereen was erg behulpzaam en we kregen de meeste spullen voor eerlijke (lokale) prijzen. Rond een uur of 2 verlieten we de hectiek van de markt met aan onze armen goed gevulde, plastic shoppers. Net voordat we alle spullen wilde inladen in een trotro zag ik vanuit mijn ooghoek TLM’s (teaching and learning materials), deze zijn in Ghana erg schaars! We liepen er op af en kochten nog wat materialen om het alfabet te leren en te leren rekenen. Ook kwamen we nog een goede voorraad schriften tegen die we ook meteen meenamen. Aangekomen op Tech Junction bleek het erg rustig te zijn en daarom konden we die dag daarom maar 3 pakketten uitdelen. De daklozen namen de pakketten dankbaar in ontvangst en ondanks dat geen van hen Engels sprak maakten we uit hun lichaamstaal en gezichtsuitdrukking op dat ze er erg blij mee waren. Een van hen was nog maar een jongen van een jaar of 14.. De overgebleven pakketten namen we weer mee naar huis om op een later tijdstip uit te delen. Eenmaal thuis gooiden we snel wat te eten naar binnen en gingen richting de printshop om de hand-outs te printen voor de workshop die we de volgende dag zouden gaan geven bij Deduako special school. Met de velletjes nog warm uit de printer stapten Jasmine en ik weer in de trotro richting het centrum van Kumasi om voor de 3e keer langs te gaan bij sister Ama, de kleermaakster. Het is inmiddels 6 weken geleden dat we bij haar langs gingen en ze op de een of andere manier alles verkeerd wist te doen. Ik kreeg een jurk in plaats van een rok, in de verkeerde kleur en verkeerde print. Ook bij Jasmine was haar rok verre van hetgeen waar ze om gevraagd had. Queen Bee ontmoette ons op Tech Junction en samen gingen we naar Ama die ons breed glimlachend verwelkomde. De rokken waren eindelijk gelukt, maar voor het dekbedovertrek dat Jasmine had bestelt was wederom de verkeerde stof gebruikt. Bee rolde met haar ogen en liet merken dat ze niet tevreden was. Als een Ghanees dát doet moet je het wel heel bont hebben gemaakt.. Half tevreden verlieten we Ama weer en gingen we naar huis waar Sasha al klaar zat met het avondeten.

Op woensdag verlieten we huize Obroni bepakt en bezakt met een enorme stapel hand-outs, sensorische materialen en een yogamat. Aangekomen bij Deduako Special School werden we aangenaam verrast door de aanwezigheid van de Grote Vriendelijke Reus. Hij stelde ons voor aan de Director of Special Education van Kumasi Metropolis (district in Ghana) die toevallig ook langs kwam en op het punt stond te vertrekken. Toen hij hoorde dat 3 obroni’s een workshop zouden geven besloten hij en zijn stagiaire echter om toch nog even te blijven. Ook alle overige leerkrachten verzamelden zich naar het lokaal en gingen nieuwsgierig zitten. Niet alleen de leerkrachten maar ook de studenten waren erg nieuwsgierig en bleven voor het lokaal staan tot een van de leraren met een verlengsnoer naar buiten liep om wat muziek aan te zetten aan de andere kant van het schoolterrein zodat ze weg zouden gaan. We begonnen de workshop met een korte introductie gevolgd door de algemene richtlijnen voor het stimuleren van de ontwikkeling van kinderen en volwassen met syndroom van Down, Cerebrale Parese en Fragile X syndroom. Het doel was om de leerkrachten handreikingen te geven om de studenten te kunnen ondersteunen in hun ontwikkeling zonder de aanwezigheid van gedragstherapeuten, fysiotherapeuten en andere experts omdat deze er simpelweg niet zijn. We begonnen met Physical Therapy en ik demonstreerde op mijn yogamat wat oefeningen om o.a. verkrampte handen/vingers/voeten en tenen te rekken. Ook deed ik wat balansoefeningen voor en wat poses om de ruggengraat te rekken en de houding te verbeteren. Ik nodigde de leerkrachten uit om de oefeningen te proberen en sommigen van hen leken erg gemotiveerd om ze ook daadwerkelijk met de studenten uit te voeren. Ik liet mijn boek met oefeningen daarom bij hen achter. Daarna deden we in het kader van Language and Speech Therapy nog wat oefeningen om de taal en spraak te stimuleren en de mondmotoriek te ontwikkelen. Voor Emotional and Behavioral Therapy besloten we de ABC-methode te behandelen. Een observatiemodel die men kan inzetten om probleemgedrag te analyseren en tot de kern van het probleem te komen. Op die manier weten de leerkrachten in de toekomst wat ze kunnen doen om dit gedrag terug te dringen. Tot slot haalden we voor het onderdeel Sensory Therapy onze sensorische materialen tevoorschijn en voor we het wisten zaten er leerkrachten tevreden met hun handen in een bak rijst of scheerschuim. Ze keken gebiologeerd naar de ‘sensory bottles’ en zaten ontspannen in de ‘voelvisjes’  te knijpen. Met name over dit onderdeel waren veel leerkrachten en ook de director of Special Education erg te spreken. Ze werden echt geprikkeld en kwamen binnen korte tijd met allerlei andere creatieve ideeën op de proppen. Een aantal van hen kon niet wachten om het te proberen met de studenten en dus kwamen ze terug met iemand aan hun hand om de fijne motoriek spelletjes en sensorische activiteiten meteen uit te proberen. Daarna was het erg lastig om de aandacht van de leerkrachten weer terug te krijgen, stuk voor stuk gingen ze op in het sensorische speelgoed. Gelukkig was de workshop op dat moment al ten einde. De Grote Vriendelijke Reus sloot de workshop af met de woorden; ‘Today we are rich, not with money but with knowledge, and that is something that will last!’. Een van de andere leraressen stond op en begon voor ons te bidden. Ze drukte haar dankbaarheid uit namens zichzelf en alle andere docenten. Met een meer dan tevreden gevoel ruimden we het lokaal weer op en gingen naar het kantoor van De Grote Vriendelijke Reus. Sasha legde samen met hem de laatste hand aan de website en daarna gingen we met z’n allen, op aandringen van de Grote Vriendelijke Reus richting een eettentje in de buurt. Jasmine en ik probeerde een nieuw Ghanees gerecht dat nog op ons lijstje stond; Konkonte, of ook wel ‘Face the Wall’ genoemd. Waarom deze naam vraag je je misschien af? Dit gerecht is erg goedkoop en wordt daarom vaak door arme mensen gegeten. Veel mensen verstoppen daarom dit gerecht wanneer ze het eten door in een hoekje met hun gezicht richting de muur te gaan zitten.  Toen we de enorme portie naar binnen hadden gewerkt namen we afscheid van de Grote Vriendelijke Reus en vertrokken we met de trotro richting het immigratiekantoor. Wonder boven wonder lagen de paspoorten inderdaad klaar met daarin de visumverlenging, weer een zorg minder!

De donderdag was vrijgemaakt om te werken aan ons onderzoek. Nu zul je misschien denken: jullie hadden het toch éindelijk af? Jazeker, maar we hadden een ronde feedback gekregen en wilde deze graag verwerken in de uiteindelijke versie. We tilden de eettafel naar buiten en werkten de hele dag op de veranda aan het onderzoek terwijl er bij de overburen een kerkdienst gaande was. De hele dag konden we genieten van gillende vrouwen die met tamboerijn over het erf dansten en een man (een zelfbenoemde messias) die het vol wist te houden om ze urenlang het woord van God toe te schreeuwen.

Op vrijdag stond op onze planning om de aangeschafte Teaching and Learning Materials langs te brengen bij 4 basisscholen in Ejisu, maar omdat het een nationale vrije dag was (die we even over het hoofd hadden gezien) ging dit feest niet door. Het was ‘Farmers Day’. Op deze dag zetten de Ghanezen alle boeren en vissers in het zonnetje die ervoor zorgen dat de bevolking gevoed wordt. De regering reikt prijzen uit op verschillende niveaus onder de boeren/vissers. Zo krijgt de beste boer of visser van Ghana een huis, de beste op regionaal gebied een landbouwvoertuig en de beste binnen een community een geldbedrag of een jaarvoorraad aan zaden/gewassen. Na het raadplegen van onze beste vriend Google, kwamen we tot de ontdekking dat de regering dit jaar geen geld kon uittrekken voor de viering van Farmers Day en dus konden we helaas geen parade of feestje bijwonen. In plaats daarvan brachten we de dag door met onze buren. We tekenden met de kinderen en ik besloot geheel brutaal hun huis binnen te lopen om met ze kletsen op hun binnenplaats. Het was een gezellige boel, de hele familie was thuis en ik hielp Queen B met koken, terwijl Kwame daarnaast met de hand een enorme voorraad was aan het doorwerken was. Een stukje verderop zat zijn nichtje met een schaar haar extensions van haar hoofd te knippen terwijl een paar kinderen haar overgebleven haar aan het uitvlechten waren. Er werden klapspelletjes gedaan (erg populair in Ghana onder de meisjes!) en er werd vooral veel gelachen. Er stond die dag ‘palmnut soup’ op het menu, een erg lekker (maar tijdrovend!) gerecht dat op deze bijzondere dag met veel liefde door Queen B en ‘oma’ werd klaargemaakt. Oma stond met een enorme stok in een houten kom, gevuld met palmnoten te slaan, de oranje derrie vloog om je oren. Tegelijkertijd voegde B steeds wat water toe zodat het aroma zich zou verspreiden. Ik hielp vervolgens weer met het zeven van het goedje terwijl Sasha intens zwetend de ‘coalpot’ probeerde aan te wakkeren. B heeft ons eens verteld dat ze haar benen nooit scheert en nu weten we precies waarom: je beenhaar verschroeit gewoon wanneer je op deze manier kookt. Na een paar uur stonden er 3 enorme ‘heksenketels’ op het vuur en moesten we goed in de gaten houden wanneer er een laagje palmolie op de soep zou ontstaan, dan was de soep klaar. In de tussentijd hielp ik Kwame maar even met de enorme lading was, met name B was daar erg blij mee want nu kon ze morgen éindelijk weer eens uitslapen! Het was inmiddels al behoorlijk laat toen de soep eindelijk klaar was en gelukkig kregen wij ook een flink bord vol mee naar huis.

Op zaterdag was Sasha niet zo fit en alle 3 waren we een beetje uitgeblust, we besloten daarom dat we wel eens een relaxdagje hadden verdiend! Omdat het (Tsjernobyl)zwembad van de campus ons niet zo goed was bevallen (lees: nog een week stinkend ‘rioolhaar’ en huidirritaties) gingen we op zoek naar een hotel in Kumasi met zwembad zodat we daar hopelijk écht tot rust konden komen. We kwamen uiteindelijk uit bij een Golden Tulip, waar we voor de schandalige prijs van 40 cedi van het zwembad gebruik mochten maken. Vooruit, voor 1 keer streken we even over ons hart en zeiden nog eens hardop dat we het echt verdiend hadden. Toen we de lobby binnenliepen merkten we op dat we erg onder de indruk waren van alle luxe, na 2,5 maand ben je daar op de een of andere manier toch niet meer zo aan gewend. Het was overal prachtig in kerstsfeer versiert en toen we het zwembad voor ons zagen opdoemen hadden we absoluut geen spijt. Het water was helder en er klonk dit keer geen dreunende muziek. Toen Sasha en ik tot de ontdekking kwamen dat ze ook nog cappuccino op de kaart hadden staan waren we al helemaal niet meer te houden, even daar gelaten dat deze 5 euro p.s. kostte. We brachten de hele dag door aan het zwembad en gingen helemaal uitgerust weer naar huis.

Op zondag deden we onze wekelijkse was en speelden met de buurkinderen. We maakten armbandjes van overgebleven borduurgaren en ik toverde uit mijn koffer nog een velletje plaktattoos tevoorschijn. Rond de middag besloten Sasha en ik dat we écht nog eens terug wilden naar het Indiase restaurant voordat we Kumasi zouden verlaten. Jasmine vond het te prijzig en ging daarom niet mee wat we uiteraard snapten (maar wij dachten; you only live once!). Voor we naar het restaurant gingen liepen Sasha en ik nog even de Mall door, welke vlakbij het Indiase restaurant is. We waren benieuwd wat voor soort kleding ze zouden verkopen. Al snel kwamen we er achter dat veel winkels (denk ik?) inkopen bij Chinese groothandelaren zoals AliExpress en Wish. De nepmerken (vooral Gucci, Balenciaga, Adidas en Nike) vlogen ons om de oren. Ik besloot een badpak te proberen in maat XL maar kreeg deze niet veel verder dan mijn navel. Hoewel het shoppen dus niet zo’n succes was, was het wel fijn om weer eens in een ‘echte’ winkel rond te lopen, en Sasha wist uiteindelijk toch nog een Afrikaanse (geen chinese!) jurk op de kop te tikken. Het restaurant beviel weer net zo goed als de eerste keer en met een volle maag en tevreden gemoedstoestand gingen we weer naar huis om het weekend af te sluiten.

Dat was het weer voor deze week!

Jullie hebben nog maar 2 blogs van mij tegoed..

Time flies when you are having fun!

Dikke kus,

Lau

Foto’s

3 Reacties

  1. Ursy:
    11 december 2018
    Wat hebben jullie weer hard gewerkt en vele mensen blij gemaakt. Ben trots op jullie meiden!
  2. Astrid:
    14 december 2018
    Leuk verhaal weer. Ben blij dat je eindelijk weer goede koffie hebt mogen drinken ☕.
    Mooie rok ook, maar die kan bij thuiskomst nog even in de kast blijven... koud hier 😘
  3. Jenneke:
    15 december 2018
    Afhaken?..zeer zeker niet!
    de eerste lichte vorst doet hier zijn intrede terwijl jullie voor verkoeling naar het zwembad gaan. Hoe groot kan het contrast zijn.

    Wat een goed idee om poets artikelen uit te delen. Dat zal wel eens een groot verschil kunnen maken voor de ontvangers. Ga zo door met jullie mooie initiatieven..

    Nog maar twee blogs..jammer, maar ook fijn wanneer je weer stevig op Hollandse bodem staat.