De (voorlopig) laatste interviews, het bezoek aan de traditional shrine en Ghanese feesten en partij

11 november 2018 - Kumasi, Ghana

Akwaaba!

Leuk dat je weer ‘een kijkje komt nemen’ in Kumasi!

Ook deze week hebben we weer hard gewerkt aan ons onderzoek en de activiteiten. Geloof het of niet, maar na deze blog ben ik alweer op de helft van mijn verblijf in Kumasi! Nog maar 6 zondagavonden waarop je een blog kunt lezen dus..

Ik krijg overigens zo ontzettend veel leuke reacties op mijn blog elke week, vaak komen op vrijdag of zaterdag al de eerste appjes binnen wanneer er weer een nieuwe online komt.

Allemaal heel erg bedankt voor jullie enthousiasme, hierdoor blijf ik gemotiveerd om al mijn belevenissen te blijven opschrijven en te delen met jullie!

Maandagochtend gingen we al op tijd richting CEDRES. Ondanks het feit dat de campus nog steeds gesloten is hadden we vernomen dat de universiteit wel toegankelijk was voor internationale studenten en dus waagden we een gok en vertrokken richting CEDRES. We gingen er vanuit dat we de enige studenten op school zouden zijn waardoor hopelijk de internetverbinding een keer zou werken op onze laptops. En jawel, de verbinding was zowaar snel en ook was het voor de verandering lekker rustig in de boardroom waardoor we de hele dag konden werken aan de workshop over het syndroom van down die we binnenkort gaan verzorgen.  Ik moet eerlijk toegeven dat ik niet de grootste fan ben van samenwerken maar Jasmine, Sasha en ik vormen een perfect team naar mijn mening! Het is erg leuk om samen te werken met mensen vanuit verschillende achtergronden. Jasmine is verpleegkundige en weet hierdoor veel te vertellen over gezondheid, zorg, en bepaalde condities die we hier tegenkomen. Sasha is op haar beurt weer erg handig in het interviewen van mensen en in het doen van research. Ik zelf heb door mijn opleiding vaak de mogelijkheid om op een creatieve manier tot oplossingen te komen, te observeren en gedrag te analyseren. De diversiteit maakt het erg leuk om samen te werken en we vullen elkaar ontzettend goed aan. Nadat de opzet van onze workshop af was gingen we terug naar huis, maar niet voordat we onderweg nog stopte bij een kraampje langs de weg. Het was ons opgevallen dat er altijd een enorme rij stond bij deze kraam en dus moest het eten wel fantastisch zijn was onze conclusie. Bij het kraampje haalden we ‘Red red’, een populair Ghanees gerecht dat bestaat uit een zwarte bonen stoof en een genereuze hoeveelheid palmolie (hier dankt het zijn naam dan ook aan). Je eet dit samen met yam, plantaan of rijst en een stukje vis of kip. Het bleek inderdaad erg lekker en nadat ons bordje leeg was moesten we er even van bijkomen. Over het algemeen is het eten hier in Ghana nogal rijk aan vet en koolhydraten. De Ghanezen eten daarnaast ook gigantische porties! Wanneer we niet zelf koken en ergens eten afhalen betalen we ongeveer het equivalent van 85 eurocent voor een portie rijst waar je u tegen zegt. Vaak eten we hier 2 of 3 keer van. Misschien is dat ook de reden waarom onze buurvrouw zich zorgen maakt dat we ondervoed raken.

Eenmaal thuis komt Queen Bee ineens binnenlopen met een bezoekster, het blijkt een collega van haar te zijn die ook veel bezig is met inclusive education. Bee heeft al talloze keren hints gegeven dat ze het erg leuk zou vinden als we ook ‘haar’ school een keer zouden komen bezoeken. Ze had naar ons idee de bezoekster opdracht gegeven om ons ook aan te moedigen eens langs te komen. Een paar ongemakkelijke minuten later vertrok ze weer nadat we haar en Bee op het hart gedrukt hadden dat we echt snel langs zouden komen.

Dinsdagochtend gingen we opnieuw langs bij de Adako Jachie primary school in Tikrom. De headmistress had voor ons een meeting georganiseerd met 4 ouders van kinderen met een beperking. Om 10.00 werden we verwacht en dus stonden we met onze Nederlandse instelling om 9.55 in het kantoortje van ‘madam Mary’. De ouders waren in geen velden en wegen te bekennen. ‘I told the parents you would be here at 9.00, so that hopefully they would be here by 10.00, because, you know, Ghanaians..’. Mary begon direct met het bellen van de ouders en ijsbeerde al schreeuwend door de telefoon over het schoolterrein. Ongeveer 20 minuten later kwamen de dames een voor een in een slakkentempo aanlopen. Al snel bleek dat 3 van hen geen Engels spraken en dus werd een van de leraren aan ons gekoppeld als vertaler, Sasha nam de enige vrouw die wel Engels sprak apart om het interview af te nemen. Het koste de nodige tijd om het groepsinterview af te nemen aangezien we eerst de vraag in het Engels aan de vertaler moesten stellen. Vervolgens stelde hij dezelfde vraag in het Twi aan de dames die ook in het Twi antwoord gaven. Daarna kwam hun antwoord in het Engels weer bij ons terug. Tel daarbij op dat ook de vertaler de vragen zelf soms niet begreep en het feit dat we als enige antwoord steeds weer terug kregen dat de dames simpelweg geld van ons wilden en je snapt dat de lol er al snel vanaf was.

Woensdagochtend stapten we al vroeg in de trotro richting Ejisu terwijl we uitgezwaaid werden door ‘Chief’, ‘Etienne’ en ‘Junior’ die zoals gewoonlijk altijd klaar staan om ons uit te zwaaien of weer te ontvangen. Met name Chief zit opvallend vaak langs de weg te wachten wanneer hij weet dat we nog niet thuis zijn en het bijna donker begint te worden. We keerden terug naar de experimental school omdat ook hier het schoolhoofd een meeting had georganiseerd voor ons met een ouder van een kind met een beperking. Daar aangekomen bleek dat er het nodige snoeiwerk was verricht waardoor de weg versperd was en dus moesten we via een achterafweggetje naar de school zien te komen. Enkele leerlingen die ons hadden zien aankomen dirigeerden ons naar de school toe terwijl ze flink lachten. Al snel bleek dat dit kwam omdat we via het ‘wc-veldje’ moesten lopen. Zoals ik al eerder in een blog heb verteld zijn er vrijwel nooit toiletten beschikbaar bij scholen en doen de leerlingen en docenten hun behoefte buiten. Zowel grote als kleine boodschappen, en dus moesten we goed uitkijken dat we niet met onze slippers in een drol terecht kwamen. Na de spannende tocht over het wc-veldje kwamen we aan bij de school en werden er zoals gebruikelijk direct ergens plastic tuinstoeltjes vandaan getoverd door een aantal leerlingen zodat we het interview konden afnemen. Er was bij deze school slechts 1 ouder waardoor het interview gemakkelijk af te nemen was. Ook deze vrouw sprak geen Engels en dus maakten we wederom gebruik van een tolk, dit keer was de tolk gelukkig wel betrouwbaar en het was ook prettig dat hij uit zichzelf aangaf tegenover de vrouw dat ze ongecensureerd mocht praten ondanks het feit dat hij een leraar was. Hij zou haar niet veroordelen gezien hij zelf ook vond dat er iets moest veranderen binnen het onderwijssysteem. Nadat we het interview hadden afgenomen drong hij er dan ook erg op aan om nog even informeel met elkaar te praten. We hadden een interessante discussie over de reden waarom men in Afrika niet veel aandacht geeft aan mensen met beperkingen. Ook wilde hij graag weten hoe dit in Nederland geregeld was. Daarnaast vroeg hij hoe we kinderen in Nederland straffen op school en in huis. Hij was geshockeert toen hij hoorde dat als je als docent in Nederland een kind slaat, je grote kans loopt nooit meer voor de klas te staan en dat wanneer ouders hun kinderen geregeld slaan jeugdzorg zich met de opvoeding kan gaan bemoeien en een uithuisplaatsing niet onrealistisch is. Hij gaf aan dat hij zelf ook geen voorstander van ‘the cane’ was maar dat hij simpelweg niet wist op welke andere manier hij de kinderen moest disciplineren. Nadat we wat ideeën hadden uitgewisseld en ik had verteld over hoe de kinderen op school tijdens mijn stage in het speciaal onderwijs werden gedisciplineerd leek hij erg gemotiveerd eens een andere methode uit te proberen. Na ons theekransje keerden we terug naar huis om het interview en ook die van de dag ervoor uit te werken.

Donderdagochtend werd ik wederom gewekt door de buurvrouw die voor mijn slaapkamerraam stond te schreeuwen. Het klonk urgent en dus zocht ik op de tast naar mijn bril om de voordeur te openen. ‘Goodmorning Laura, sorry to wake you up but the seamstress wants to know which fabric you would like for your african dress’. Een prima reden om iemand om half 7 uit zijn bed te trommelen natuurlijk. Nadat ook Jasmine en Sasha uit hun bed waren geroepen en we alle drie stof hadden uitgekozen vertrok Bee weer en maakten wij ons klaar om richting de campus te vertrekken die vanaf die dag weer geopend zou zijn. Voor we naar CEDRES gingen besloten we het er nog eens op te wagen en te kijken of the international office ook weer geopend was (want ja, de bezoekerspassen hebben we na 6 weken nog steeds niet in ons bezit..). Het zat ons weer niet mee en de deur naar het kantoor zat op slot, een toevallige voorbijganger bleek een medewerker te zijn van the office en vertelde daarnaast ook onze buurman te zijn. ‘Unfortunately the campus is still closed, the government is still in negotiation. I live at newsite too, I see you walking by sometimes, when your visitorspasses are ready to collect I will come and inform you!’. Na deze veelbelovende mededeling gingen we te voet verder naar CEDRES, de campusbussen reden namelijk nog steeds niet gezien het feit dat de campus nog steeds niet heropend was. Gezien de omvang van de campus hielden we er dus een flinke work out op na. Wat tegelijkertijd wel weer een voordeel van dit alles was, was de supersnelle internetverbinding bij CEDRES gezien we weer de enige 3 studenten in het gebouw waren. De rest van de dag werkten we aan onze workshop over het fragile X syndroom.

Ook op vrijdagochtend werden we weer gewekt door de buren. Ze hadden een elektricien meegenomen om de ventilator in Jasmine’s kamer te repareren. Blijkbaar was de beste man gedurende de week al 2 keer langsgekomen terwijl we niet thuis waren maar omdat de Ghanezen niet communiceren over wanneer ze komen of afspraken maken werd Jasmine verrast door zijn komst. Gelukkig had ze net op tijd haar broek aan. Ook de rest van de familie wilde graag zien hoe de ventilator gerepareerd werd en dus duurde het niet lang voordat ook mijn slaapkamerdeur open ging en er 2 buurkinderen bij me in bed kwamen liggen. Privacy is hier geen item, gezellig is het wel! Vrijdag was verder een relatief rustige dag, nu we alle data voor ons onderzoek hadden verzameld bij verschillende scholen was het tijd om te beginnen aan het uittypen van onze bevindingen. Gedisciplineerd zaten we de hele ochtend en middag aan het onderzoek terwijl de jongste buurkinderen (die nog niet naar school gaan) om de paar minuten kwamen kijken of we al klaar waren en tijd hadden om met ze te spelen. Om even het huis uit te komen besloten we ’s middags op zoek te gaan naar een pizza met minimaal de dagelijks aanbevolen hoeveelheid kaas. We hadden onderweg in de trotro al meerdere keren een bord voorbij zien komen met plaatjes van pizza erop, sindsdien kregen we dit beeld niet meer van ons netvlies. De rijst begint ons de neus uit te komen inmiddels. Uiteindelijk vonden we het piepkleine (2 vierkante meter) pizzarestaurantje en namen plaats aan 1 van de 2 tafels die het restaurant rijk was. De eigenaar liet ons trots de halve inhoud van zijn telefoon zien. Van vrijwel alle pizza’s had hij een foto genomen van hoe de pizza eruit zag voordat deze de oven in ging. Daarna volgden alle foto’s van de pizza’s na de bereiding, zo wisten we precies wat we konden verwachten. De pizza’s waren voor Ghanese begrippen gigantisch duur maar we konden er zeker 3 keer van eten. Mocht mijn cholesterolgehalte tijdens mijn verblijf in Ghana gedaald zijn dan was deze na vandaag zeker weer gestegen: kaas in overvloed in ieder geval.

Op zaterdagochtend werd ik –hoe kan het ook anders- gewekt door de buurkinderen die voor mijn slaapkamerraam kerstliedjes stonden te zingen. Nadat we hadden ontbeten gingen we met de trotro richting Ejisu om daar over te stappen op een andere trotro richting Besease. Er stond die dag namelijk een bezoek aan een ‘traditional shrine’ (ook wel ‘voodoo priest’) op de planning. Ik met mijn fascinatie voor occultisme moest hier natuurlijk wel even langs geweest zijn. In Ghana zijn tot op de dag van vandaag nog steeds veel voodoo priesters en alhoewel de Ghanezen overwegend Christen zijn en deze animistische religie daarom afkeuren zijn er toch nog veel mensen (voornamelijk in de afgelegen gebieden van het land) die de priester bezoeken. Het is gebruikelijk om de priester een fles schnapps te doneren of een geldbedrag dat hieraan gelijk staat. Dit alles om de trance van de priester te bevorderen waardoor hij beter contact kan leggen met de Goden en voorouderen van de bezoeker. Om de 42 dagen vertoont de priester zich in zich in het openbaar om een reeks van 8 ceremoniële diensten uit te voeren.  Onder andere het offeren van bloed, apentestikels en vleermuisvleugels zijn dan aan de orde van de dag. Aangekomen in Besease dirigeerde de trotro-driver een toevallige voorbijganger om ons naar de shrine te begeleiden. Een wandeling door een rustig dorpje volgde. Voor de huizen zaten vrouwen yam te schillen, de was te doen of iets te frituren op hun ‘coal-pot’. Kinderen stonden naakt op straat, van top tot teen ingezeept, wit van het sop. Met een emmertje namen ze hun dagelijkse ‘douche’. De bewoners van het dorp waren erg blij ons te zien en overal werden we welkom geheten ( akwaaba obroni!). Kinderen staken nieuwsgierig hun hoofdje om het hoekje van hun hut en sommigen durfden zelfs voorzichtig te zwaaien. Na een indrukwekkend wandelingetje zagen we voor ons het huis van de priester opdoemen. Het was een imposant gebouw, een van de weinige originele priesterhuizen zoals ze vroeger gebouwd werden. Het zou wat mij betreft zo in de Efteling kunnen staan. De muren waren van klei en het dak was van palmbladeren. Daar aangekomen nam de jongen die ons de weg liet zien afscheid en dus stonden we daar enigszins reddeloos, oke..en nu? Er was nergens een kantoortje te bekennen, noch enig teken dat het mogelijk was het huis überhaupt te betreden. Voor het huis zaten een stuk of 10 mannen in zwart-rode kleding, waarschijnlijk omdat ze naar een begrafenis toe gingen. Ze wezen ons naar een man aan de overkant van de straat die naar ons toe gestrompeld kwam. In gebrekkig Engels vertelde hij ons dat we naar binnen konden en hij haalde de deur van het slot. Eenmaal binnen in het huis bleek dat  het ‘huis’ meer weg had van een binnenplaats met 4 muren. Het meest indrukwekkende was nog de enorme stapel lege flessen schnapps onder de offerboom in de hoek van de binnenplaats. De man begon in rap tempo en zonder al te veel detail te vertellen; ‘dit zijn drums, om te communiceren’. ‘Op de muur staan adrinka symbolen en op die stoel zit de priester’. Enigszins teleurgesteld door de matige rondleiding en de afwezigheid van de priester zelf bekeken we de attributen en foto’s die tentoongesteld waren. De man excuseerde dat hij even weg moest en hij liet ons alleen in het ‘huis’ achter. Het duurde niet lang voordat we in de verte kermisgeluiden hoorden. Nieuwsgierig verlieten we het huis om te zien waar het geluid vandaan kwam. Het bleek een begrafenisstoet te zijn en er kwamen 2 auto’s aanrijden met daarachter een gigantische stoet mensen die te voet volgden. De eerste auto leek de lijkwagen te zijn maar toen we naar binnen keken zagen we dat de auto enkel volgepropt was met kitscherige cadeau’s, nepbloemen en een soort van piñatas van crêpe papier. In de tweede auto, een simpele opel stationwagon, was tot onze verbazing de kist gepropt! De achterklep stond open en de kist was volledig zichtbaar, aan weerszijden van de kist zaten twee mannen om te voorkomen dat de kist de auto uit zou glijden. Ik zag het scenario al helemaal voor me… De mannen voor het huis sloten aan bij de stoet en toen deze uit het zicht verdwenen was gingen we weer terug naar binnen. Eenmaal terug in het huis stonden we braaf de historische foto’s te bekijken toen we ineens een strenge stem achter ons hoorden; ‘hey, get down!’. Geschrokken sprongen we de verhoging af en keken recht in de ogen van een jongen van een jaar of 15. ‘Akwaaba, I am very sorry, I am the official guide of this place, there has been some misunderstanding.’ ‘I am going to tell you all about this place right now so pay attention’. De jongen begon in sneltreinvaart de rondleiding te geven, het klonk als een overdreven serieuze groep-achter die zijn spreekbeurt binnenstebuiten heeft ingestudeerd. Wanneer we een poging deden om onze telefoons of camera’s op te bergen kregen we er direct van langs; ‘no, we are not finished, you have to photograph this!’. Sasha kreeg de slappe lach van de kleine dictator en deed alsof ze even heel geïnteresseerd was in de muur achter ons. Toen demonstreerde hij de drums die waren tentoongesteld. Voor ik het wist kreeg ik een rokje van twijgjes omgebonden en werd ik gecommandeerd te dansen op het geluid van de drums. Sasha en Jasmine hielden het niet meer maar het lachen verging ze al snel aangezien ze zelf niet veel later ook het rokje om kregen. Daarna was het tijd om te betalen en uiteraard moesten we ook een donatie achterlaten ‘for the one who sweeps the place’. Dat was overduidelijk al een halve eeuw niet gedaan te zien aan de staat van het huis maar we begrepen dat de gids ook een fooitje wilden, en inderdaad, nadat we het huis verlieten zagen we hem haastig het donatiekistje legen en er vandoor gaan. We liepen terug door het dorpje en werden onderweg aangesproken door een vrouw die naar mijn camera wees en aangaf dat ze ontzettend graag op de foto wilde. Ze had haar begrafenis-outfit aan, drapeerde deze zorgvuldig tot ieder plooitje perfect zat en begon te poseren. Een paar meter verder zat een vrouw (Jasmine en Sasha zijn er nog steeds van overtuigd dat het een man was) te wassen. Hij/zij riep naar ons dat we moesten komen om hem/haar te helpen maar al snel bleek dat ook deze persoon erg graag een fotoshoot wilde. Binnen mum van tijd liep het hele dorp uit en begonnen een hoop mensen zich voor te stellen en handen met ons te schudden. Dit soort situaties deden zich onderweg naar de trotro nog een aantal keer voor en we kwamen tot de conclusie dat de wandeling door het dorpje misschien nog wel leuker was dan het bezoek aan de shrine zelf. Aangekomen bij de hoofdweg om een trotro terug naar huis te vinden zagen we aan de overkant van de weg een pub (ook wel ‘chop bar’) en we besloten dat een ijskoud drankje er wel in ging voor we weer terug naar huis gingen. Het concept van een chop bar is in mijn ogen echt fantastisch, ik ga het zeker missen wanneer ik weer terug ben in Nederland. In feite is het een overdekt terras met plastic tuinstoeltjes. In de bar zelf kun je vaak links non alcoholische drankjes bestellen en rechts verschillende soorten bier, ‘bitters’ en shots. Een chop bar is geen chop bar wanneer er niet een enorme stereo installatie over het terras schalt die het onmogelijk maakt om met elkaar te praten. Naast het terras is vrijwel altijd een houtskool-barbeque te vinden waarop worstjes, kippenlever, parelhoen en kip worden bereid. Deze kun je als snack bestellen voor bij je drankje en meestal serveert men het met een genereuze hoeveelheid peper en rauwe ui. Er hangt altijd een hele ontspannen sfeer en je ziet de mensen genieten. Wat me trouwens is opgevallen is dat in dit soort gelegenheden absoluut niemand rookt, sterker nog: ik heb sinds mijn aankomst in Ghana pas 1 keer iemand met een sigaret gezien. Op openbaar roken staat een celstraf van maximaal 5 jaar. Van de buren heb ik vernomen dat weinig Ghanezen roken maar degenen die het wel doen, doen dit vaak binnenshuis.

Na een verkoelend drankje gingen we terug naar huis waar we bij aankomst ongeduldig werden opgewacht door de buurkinderen. Ze hebben me een aantal keer yoga zien doen en willen het allemaal erg graag leren en dus werd ik geacht bij thuiskomst direct mijn sportkleding aan te doen om buiten op de veranda een yogales te geven. Net na de les kreeg Jasmine een telefoontje van Anthony die ons uitnodigde om langs te komen op het verjaardagsfeest van zijn schoonmoeder die 90 was geworden. Hij zou direct zijn dochter Marian langs sturen om ons op te halen. Als een kip zonder kop rende ik door het huis om het zweet van mijn yogales van me af te poetsen. Ik trok snel een feestelijke jurk uit de kast, sprayde wat droogshampoo in mijn haar en probeerde met een flinke hoeveelheid parfum de zweetgeur te verbergen. Het duurde niet lang voordat Marian aankwam en enigszins verbaasd door deze onverwachte wending reden we richting het feest. Daar aangekomen stond Anthony ons al op te wachten met een microfoon in zijn hand en we kregen een flauw vermoeden dat ons een ongemakkelijk voorstelrondje te wachten stond. En inderdaad, we hadden nog geen stap op het erf gezet of de microfoon ging aan en Anthony begon ons voor te stellen. Omdat hij twi sprak begrepen we er niet veel van maar wat we wel meekregen was dat hij onze namen vertelde, dat we uit Holland kwamen en onder zijn verantwoordelijkheid vielen. Verschillende mensen kwamen ons daarna de hand schudden en heette ons van harte welkom. Snel kwamen we er achter dat we totaal niet gekleed waren op de gelegenheid. Wij dachten dat feestelijk gelijk stond aan kleurrijk maar vreugdevolle evenementen worden in Ghana bijgewoond in het wit (en eventueel zwart). Anthony nam ons mee naar de jarige om haar te feliciteren. Op het erf waren verschillende grote tenten gezet met daaronder ronde tafels en stoelen met grote roze strikken. Ook de muren van het erf waren versierd met kitscherige glimmende roze doeken en plastic bloemen. In het uiterste hoekje van de ‘feestzaal’ stond de tafel van de jarige. Ze zat tevreden voor zich uit te kijken, omringt door flessen champagne terwijl boven haar in bling bling letters haar naam blonk. Zoals gebruikelijk in Ghana stelden we ons voor aan de gasten van rechts naar links en daarna werden we door Anthony aan een tafel gezet om te eten en drinken. Er kwam Guinness op tafel en we werden richting het lopende buffet geduwd. Er was eten in overvloed en hoewel we aangaven dat we niet uit elke schaal iets op ons bord hoefden lag er binnen de kortste keren een enorme hoop op ons bord. Ondertussen was ook hier weer de stereo installatie op ‘standje gehoorbeschadiging’ gezet en dus aten we in stilte ons bord leeg. Dit was overigens makkelijker gezegd dan gedaan, los van het feit dat we een enorme portie hadden gekregen waren veel onderdelen op ons bord lastig te eten met enkel je rechterhand. In Ghana mag je absoluut je eten niet aanraken met links (dit is je ‘poephand’) en dus probeerde ik onhandig met 1 hand een vis te ontleden zonder de graten in mijn mond te krijgen. Die arme Jasmine heeft het als linkshandige in Ghana al helemaal moeilijk. Overigens een ander leuk feitje: ruiken aan je eten is al helemaal een ‘no go’! Nadat we ons bord (bijna helemaal) leeg hadden liepen er een aantal familieleden van de jarige naar haar tafel om op feestelijke wijze de ‘champagne’ (lees: jip en janneke kinderbubbels van de Hema) te openen. Alle genodigden werden ingeschonken en een toast volgde. Anthony ontpopte zich tot een ware presentator en praatte het overgrote deel van de avond in de microfoon om het ‘publiek’ te vermaken. Na een tijdje werd de microfoon doorgegeven en begonnen verschillende mensen te entertainen. Alles was in het Twi maar ik begreep dat enkelen moppen vertelde en anderen zongen liedjes of vertelden over een leuke herinnering met de jarige . Na het entertainmentgedeelte kwamen er ineens goudkleurige tasjes onze kant op, alle genodigden kregen er een maar niemand keek wat er in zat. Wij keken daarom ook maar niet ondanks onze nieuwsgierigheid, waarschijnlijk werd dit als onbeleefd gezien. Eenmaal thuis bleek het een handdoek te zijn met de naam en leeftijd van de jarige erop geborduurd (ik zal het maar even zeggen want nu zijn jullie vast ook nieuwsgierig naar wat erin zat).  Na het uitdelen van de cadeaus ging iedereen staan om te bidden voor de jarige want in een land zoals Ghana wordt iedere gelegenheid aangegrepen om te bidden, dit was tevens de aankondiging dat het feest ten einde was. Het overgrote deel van de gasten keerde terug naar huis en de mensen die overbleven waagden nog een dansje. De billen schudden in het rond en zelfs de allerjongsten lieten dansmoves zien waar je u tegen zegt. Een meisje dat waarschijnlijk nog maar een paar dagen kon lopen oefende met ‘twerken’. Nadat ook de dansers moe begonnen te worden bracht Anthony ons weer terug naar huis.

Zondagochtend trokken we onze zwemkleding aan om een bezoek te brengen aan de KNUST pool. We hadden de hoop op bezoekerspassen inmiddels opgegeven, we zijn immers al op de helft van ons verblijf op de campus en dus besloten we maar gewoon de entrance fee te betalen om een dagje te kunnen zwemmen en relaxen. Onder luid protest van de buren vertrokken we richting het zwembad ‘I haven’t seen you yesterday, you should not stay out for too long, you should be back around lunchtime’ zei Bee. Met de trotro gingen we naar het zwembad, daar aangekomen waren we op één andere jongen na de enige gasten, waarschijnlijk zat iedereen nog in de kerk. Het zwembadwater zag eruit als erwtensoep en er stonden een stuk of 5 halfvergane ligbedjes langs de waterkant, maar we waren desondanks blij om even af te kunnen koelen. Naast het zwembad lag de botanische tuin van de campus en om de paar minuten zagen we enorme zwermen van honderden, misschien wel duizenden vleerhonden overvliegen. We vielen met ons neus in de boter want eerder die week hadden we het er nog over dat we ook wel eens een Ghanese bruiloft wilden meemaken, laat het nu net zijn dat naast het zwembad de opbouw voor een bruiloft in volle gang was. Er werden honderden plastic stoeltjes onder party tenten gezet, er werd een romantisch prieeltje opgebouwd voor het bruidspaar en natuurlijk mochten ook de ‘champagne-tafel’ en de kitscherige roze decoratiedoeken niet ontbreken. Het hartvormige bankje waarop het bruidspaar zou komen te zitten werd als finishing touch nog een beetje opgelapt met wat verf. Bij gebrek aan een kwast werd er een plastic zakje om de hand geschoven en deze werd vervolgens in de verf gestoken om zodoende het bankje te ‘verven’.  Als klap op de vuurpijl werd er een boeket verlepte bloemen afgeleverd welke de bruidsmeisjes met een geïmproviseerd systeem in het gazon staken als ware ‘echte bloemen’. Het duurde dan ook niet lang voordat de rust verdwenen was en een vier meter hoge stereo-installatie pal achter ons werd aangezet. We trilden bijna van onze bedjes af en het was een uitdaging om verder te lezen in onze boeken. Langzaam druppelden de bruiloftsgasten binnen en uiteindelijk werd het bruidspaar groots aangekondigd. Een host begeleidde de bruiloft alsof het een grote spelshow was, de spelshow werd kracht bijgezet doordat hij het ‘publiek’ aanmoedigde om het bruidspaar geld te overhandigen. ‘Okay, everybody show your love and donate 10 cedis!’. Na het gelddonatie-rondje verzamelden de bruiloftsgasten zich in het midden van het feest om met het bruidspaar te dansen voordat de tweede donatieronde begon. Zo ging het feest een paar uur door terwijl de host op willekeurige momenten snoepje het publiek in gooide. Daarna was het tijd voor de officiële plechtigheid en de trouwringen werden uitgewisseld. Natuurlijk niet voordat het bruidspaar met hun ouders hand in hand had gebeden om de families te verbinden. De grote geldshow was nog steeds niet voorbij want nu werden de items op de champagnetafel bij wijze van een soort ‘veiling’ verkocht. Ondertussen was er een groepje universiteit-studenten in het zwembad bij gekomen, vol spanning stapten ze het (ondiepe) bad in en het was duidelijk dat ze niet wisten hoe te zwemmen. Wij Nederlanders denken er misschien niet zo veel bij na maar het vermogen om te zwemmen is niet overal ter wereld zo vanzelfsprekend als bij ons. Wij krijgen als ‘waterland’ zwemles maar in Ghana zijn de meeste mensen huiverig om het water in te gaan. We zagen hoe de badmeester ze voorzichtig begeleidde bij het onderdompelen van hun hoofd in het bad. De meesten kwamen in paniek en proestend weer naar boven maar na een uurtje begonnen ze het naar hun zin te krijgen in het water. Toen onze trommelvliezen genoeg te verduren hadden gekregen gingen we weer terug naar huis om ons voor te bereiden op een nieuwe werkweek.

Tot snel!

Kus, Lau.

Foto’s

3 Reacties

  1. Ursy:
    11 november 2018
    Geweldig weer Lau! Ik ga je verslagen missen hoor en bedenk net dat een chopbar runnen ook wel iets is wat bij je past😁 maar dan wel in Nederland natuurlijk😘
  2. Rozemarijn:
    13 november 2018
    In geuren en kleuren Lauie!!! Kan ook niet wachten om je mooie foto’s van de dorpelingen te zien!! Nu al weer zin in je volgende avonturen en verhalen van deze week ❤️
  3. Berna:
    14 november 2018
    Berna:
    14 november 2018
    Het was weer genieten, zoals al je voorgaande verhalen.
    Dat dansen op het ritme van de drums zou je in trance kunnen laten komen. Het is goed afgelopen, zag ik.
    Laura, veel succes met de rest van jullie programma.
    Dikke kus,
    Berna