Ghanese verjaardagstradities, het Deduako voetbaltoernooi en Prayer Mountain.

4 november 2018 - Kumasi, Ghana

Akwaaba allemaal,

Zitten jullie weer klaar voor een nieuw weekoverzicht?

Maandag gingen we weer vol goede moed richting Ejisu om interviews af te nemen Onderweg naar Ejisu werd plotseling de trotro-rit onderbroken, iedereen in het busje begon in het Twi te kakelen en we hadden geen idee wat er precies aan de hand was. Plots stapten de chauffeur en een medepassagier uit en lieten de bus achter, we vroegen of iemand Engels sprak en ons wilde uitleggen wat er nu gebeurde. Een man vertelde ons dat de chauffeur mee moest naar het politiebureau om zijn rijbewijs in te leveren en dat het niets bijzonders was, dat gebeurde volgens hem dagelijks. We gingen allemaal het busje uit om een andere trotro aan te houden maar het duurde niet lang voordat de chauffeur weer terug was van het politiebureau en op de een of andere manier gewoon verder mocht rijden. Waarschijnlijk waren er wat cedi’s onder de tafel geschoven, dat is hoe het in Ghana werkt.

Uiteindelijk waren we toch in Ejisu aangekomen, we hadden ons voorgenomen om dit keer echt op onze strepen te gaan staan om ervoor te zorgen dat we 1 op 1 konden praten met de leerkrachten.

Gelukkig bleek dit ook het geval, op de eerste school (Presby primary) waar we die dag langs gingen was de headmaster niet aanwezig en zijn assistente gaf ons alle vrijheid om te doen wat we wilden. Uiteindelijk belandde ik met een lerares midden op het ‘schoolplein’ waar we plaats namen op een stuk beton terwijl om ons heen zich hordes nieuwsgierige kinderen verzamelden. Af en toe werd ik voorzichtig aangeraakt door een aantal kinderen die gefascineerd naar mijn blanke huid staarden. ‘I think you are the first obroni they have ever seen in real life’ vertelde de lerares me. Jasmine en Sasha namen hun interview een paar meter verderop af onder de schaduw van de enige boom op het terrein. Nadat we klaar waren vroegen we een van de respondenten of ze ons wist te vertellen waar we de volgende basisschool op ons lijstje konden vinden. Ja hoor, dat wist ze natuurlijk wel en ze wilde ons er met alle liefde naartoe brengen. Ook niet veel later kwamen we er achter dat de school slechts op een aantal meter afstand lag. Het valt ons op dat in veel dorpen alle scholen zich bevinden op eenzelfde ‘compound’. Zowel KinderGarden, primary en secondary school zijn samengevoegd als een soort ‘dorpje vol scholen’ binnen het dorp. Vaak zijn er ook eetstalletjes waar de kinderen tijdens de middagpauze hun lunch kunnen halen. Eenmaal bij de tweede school (experimental primary) aangekomen was het eerste dat me opviel de muurschilderingen op het schoolgebouw. Er stonden teksten op de muren zoals ‘Abstain from sex’ en ‘aids is a killer disease’ vergezeld met een afbeelding van een schedel. Niet bepaald het soort muurschilderingen die ik van plan ben te maken binnenkort. Ook hier weer was het personeel erg vriendelijk en behulpzaam en binnen mum van tijd hadden we weer een aantal leerkrachten kunnen interviewen. Tot slot gingen we 5th grade binnen om daar de survey voor leerlingen af te nemen. Net op het moment dat we willen beginnen zie ik een andere leraar binnenkomen met in de ene hand een stok en in de andere hand een meisje van een jaar of 10. Ik vrees voor wat ik nu ga zien maar ik blijf toch kijken, zou hij haar echt voor de klas afranselen? De leraar waarmee we zitten te praten grijpt in en zegt hem dat hij het meisje ergens anders moet gaan slaan, niet waar de obroni’s bij zijn. Na dit ‘intermezzo’ nemen we alle drie plaats in de veel te kleine lessenaars om de kinderen te assisteren tijdens het invullen van de survey. Het meisje waar ik naast zit vind het hartstikke spannend. Steeds weer krast ze haar antwoord door omdat het niet goed genoeg is of omdat er een spelfout in staat. ‘It’s okay if the spelling is not correct, your personal opinion is what matters most’, druk ik haar op het hart. ‘Yes madam, but I want to be brilliant’, antwoord ze vastberaden terug. In Ghana zijn de kinderen enorm serieus en ijverig als het op schoolwerk aan komt. Educatie is voor velen het belangrijkste in hun leven omdat het de garantie is voor een succesvol leven in hun ogen. Terwijl enkele leerlingen de survey invullen spelen de andere kinderen buiten op een bouwplaats die naast de school ligt. Er ligt van alles: glas, gereedschap, bakstenen. Kortom; genoeg materiaal om een ongeluk te kunnen veroorzaken van enorme omvang. De leraren lijken er echter niet mee te zitten maar ik vraag me ondertussen af hoe men hier in Nederland mee om zou gaan. Na een eeuwigheid zijn de surveys ingevuld en nemen we afscheid. Het meisje komt verlegen naar me toe en fluistert iets. ‘Can you take a picture?’, vraagt ze terwijl ze haar handen verlegen voor haar ogen slaat. Een fotoshoot volgt en het duurt niet lang voordat ook uit de andere lokalen tientallen kinderen naar binnen drommen omdat ze op de foto willen. Nadat we ons een weg naar buiten hebben gebaand gaan we nog even langs bij de headmaster om hem te bedanken voor zijn assistentie, ook beloofd hij ons een meeting te organiseren met de ouders van de kinderen met een handicap. We keren terug naar de campus, welke nog steeds gesloten is vanwege de rellen. Omdat het nog redelijk vroeg is willen we kijken of the international office misschien toch geopend is. We zijn hier nu namelijk al een maand en we hebben nog steeds geen bezoekerspassen. Voor de vijfde keer keren we met lege handen terug naar huis, maar niet voordat we de campus-boekhandel hebben bezocht. Daar koop ik een boekje om Twi te leren en een boekje met Ghanese folklore verhalen. Bij gebrek aan souvenirs vond ik dit wel een leuk alternatief!

Ook op dinsdag gaan we weer op pad om interviews af te nemen, dit keer in Tikrom. Eenmaal op het trotro-station blijkt dat we inmiddels een vast trotro-mannetje hebben aangezien hij ons aan de andere kant van de snelweg al spot en ons tegemoet komt rennen met de boodschappen dat de trotro richting Ejisu al klaar staat. Bij de eindhalte van Ejisu nemen we een taxi om verder te reizen naar Tikrom, dat vrij afgelegen ligt. De chauffeur stopt plots bij een willekeurig huis en we vragen ons af wat hij hier precies te zoeken heeft. Er zit nog een vierde passagier in de taxi maar deze plek lijkt niet haar eindbestemming te zijn aangezien ze geen vin verroert. Misschien moet hij hier iets of iemand ophalen bedenken we ons en we beginnen alvast de resterende ruimte in de toch al vrij volle taxi te inventariseren. Plots gaat de poort voor het huis open en worden we door een man begroet in het Engels: ‘Hello, welcome! The Germans are here!’. We snappen er niet veel van maar na verloop van tijd begrijpen we dat onze taxichauffeur er vanuit ging dat we Duitsers waren en dat we naar dit huis gebracht wilden worden omdat daar de andere Duitsers (hoogstwaarschijnlijk vrijwilligers) verblijven. Hier in Ghana zijn er enorm veel Duitse ontwikkelingsinitiatieven en ook veel dingen worden door de Duitsers gefinancierd. Je hoeft niet lang te zoeken of je komt de Duitse vlag wel ergens tegen en zeker 1/3 van alle trotro’s zijn geïmporteerd vanuit Duitsland, met de Duitse teksten er nog op. Het was dus zeker niet de eerste keer dat we voor Duitsers werden aangezien.  We bedanken vriendelijk en rijden door naar de school die we willen bezoeken. Bij de Jachie primary school interview ik een vrij jonge lerares die er niet mee akkoord gaat dat ik het interview op neem. Het duurt daarom ook niet lang voordat de kramp in mijn hand toeslaat. Een interessante quote die ze mij gaf was de volgende. ‘There is a boy in this school who is physically challenged. One day he was stealing mangoes and he was caught by the man who owned the property. He ran away and hid in a transformer where he got electrocuted. He was not born with his disability, it was his own stupidity and stubbornness that has caused him to become disabled. This was the appropriate punishment from God for his sinful behavior’.

Nadat we bij Jachie Primary alle leraren hebben geïnterviewd dirigeert de headmistress ons naar een nabijgelegen lokaal waar ze ons trots het ICT lokaal laat zien. De computers die er staan stammen ongeveer uit de prehistorie maar het is hartverwarmend om te zien hoe blij en trots ze zijn op hun apparatuur. De headmistress plukt de leraar uit het lokaal en commandeert hem om ons naar de andere primary school in Tikrom te brengen gezien hij de enige is met een auto. We zijn verbaasd over hoe gemakkelijk dit gaat, de man zegt zijn klas dat hij even weg is en we gaan. De volgende school ligt zo mogelijk nog meer afgelegen dan de eerste school die dag. We volgen een lange, dichtbegroeide zandweg met metersdiepe kuilen en bulten. Plots doemt de school voor ons op. De directeur is helaas niet aanwezig maar toch wordt ons alle mogelijke assistentie verleent en kunnen we weer een aantal leraren en kinderen interviewen. Hierna keren we terug naar Kumasi omdat we die middag met Queen Bee hebben afgesproken om naar een kleermaker te gaan. We duiken weer een trotro in en stappen dan uit in een buitenwijk van Kumasi waar we nog niet eerder zijn geweest. Bee leidt ons door smalle steegjes vol met containerhuisjes en mensen die bezig zijn met de was of het bereiden van eten op een ‘coal-pot’. Ik heb er geen erg in maar plots voel ik iets zachts onder mijn voet en blijkt dat ik op iemands oogst sta. Het blijkt varkensvoer te zijn dat op de grond ligt te drogen in de zon, geen man overboord gelukkig. Dan zijn we aangekomen bij ‘seamstress Ama’ wiens miniscule ateliertje ergens hoog weggestopt zit. Eenmaal binnen bekijken we posters met ‘African dress styles’. Ik besluit 2 jurkjes op maat te laten maken en laat zien welke kleuren en prints ik mooi vind. We spreken een prijs af en Ama vraagt ons om over 2 weken onze kleding te komen doorpassen. Ik ben benieuwd (en ja, foto’s volgen)! Nadat we Ama verlaten neemt Bee ons mee naar de nabijgelegen markt onder het motto dat ze denkt dat we veel te weinig eten. Elke avond komt ze langs om te kijken wat er op tafel staat en vrijwel iedere avond zegt ze; ‘This is not enough for big girls like you. Are you satisfied? Are you sure?’. We besluiten om ingredienten te halen voor ‘ampesie’. Dit is gekookte yam met een saus van onder andere kontomire-bladeren, zalm, tomaten en meloenzaden. Eenmaal thuis staan we onder leiding van Bee in de keuken om te leren hoe we de ampesie moeten bereiden. Één ding is zeker: dit komt vaker op het menu!

Woensdagochtend om 6.30 hoor word ik gewekt door de Bee en de kinderen die voor mijn slaapkamerraam ‘Laura, it’s your birthday, let me in’ roepen. Ik loop naar de voordeur waar ik door de kinderen gefeliciteerd word. Wat ik niet door heb is dat Bee ondertussen naar de keuken loopt. Niet veel later word ik verrast door een plens ijskoud water in mijn nek en binnen no time ben ik helemaal doorweekt. Een interessante Ghanese verjaardags-traditie zullen we maar zeggen..

Ook de Nederlandse verjaardags-traditie werd in ere gehouden want Jasmine en Sasha hadden het hele huis versiert met ballonnen!

Nadat ik mijn natte pyjama over de waslijn had gehangen en mezelf klaar had gemaakt , een aantal verjaardagskaarten en cadeautjes uit Nederland had geopend vertrokken we naar Ejisu om opnieuw een bezoek te brengen aan de Model School. De directrice had namelijk een meeting georganiseerd met de ouders van kinderen met special needs zodat we ook hen konden interviewen. Uiteindelijk waren er 2 vaders die kwamen opdagen, de ouder van het derde kind hield het voor gezien. We werden er al op meerdere scholen voor gewaarschuwd dat de ouders vaak niet de moeite nemen om de school te bezoeken omdat ze de educatie van hun kind niet als prioriteit beschouwen: ze zijn gehandicapt, ze zullen toch nooit een plek in de maatschappij vinden. De vaders die waren gekomen leken echter zeer begaan met hun kinderen en wilden ook graag van ons leren wat ze zelf konden doen om hun kind de beste kansen te bieden. Na het interview zat onze werkdag er op. We hadden besloten om de middag vrij te houden zodat we mijn verjaardag konden vieren. We brachten een bezoek aan de KFC, het enige westerse concept in de stad waar we hoogstwaarschijnlijk friet en een hamburger konden eten. En jawel, het was een fantastisch feestmaal! Hierna bezochten we nog eens de Kumasi Mall, welke in de buurt van de KFC was om taart en kinderchampagne in te slaan voor mijn ‘partijtje’. Jas en Sas verrasten me met een lekkere geurkaars, ongelooflijk hoe goed ze me hebben leren kennen in amper 2 maanden tijd! Onderweg naar huis stopten we naar de campus om voor de zoveelste keer te kijken of onze bezoekerspassen ‘al’ klaar lagen, maar nee. Verrassend genoeg nog steeds niet. Wel hoorden we van de medewerkers dat volgende week donderdag hoogstwaarschijnlijk de campus weer geopend zal worden!

Eenmaal thuis ben ik de poort nog niet door of er vliegen al een aantal kinderen om mijn nek, ik zeg ze dat ze terug naar huis moeten gaan en dat ik ze over een paar minuten zal komen halen. Het borduurwerkje waar ze allemaal zo hard aan hebben gewerkt heb ik namelijk ingelijst en verstopt. Ik zet de speurtocht uit en ga dan de kinderen halen, ze vliegen overal heen. Elke kamer halen ze overhoop en wanneer ze de schat vinden zijn ze door het dolle heen. Later die avond komen alle kinderen en een aantal volwassenen langs, zelfs de jongste telg van het gezin ‘baby’ komt langs om te dansen. Baby laat zijn gezicht niet zo vaak zien, meestal begint hij hysterisch te huilen zodra hij een van de obroni’s ziet maar volgens Bee was dit zijn verjaardagscadeautje aan mij. We hebben afgelopen week trouwens een familieboom gemaakt met hulp van Bee. We wonen hier nu een maand maar nog steeds hebben we soms het idee dat we iemand het huis van de buren uit zien komen die we nog nooit hebben gezien. Onze nieuwsgierigheid naar hoeveel bewoners er nu eigenlijk in het huis wonen werd te groot en dus wilden we precies weten wie er allemaal wonen, wie er getrouwd is met wie en welke kinderen van welke ouders zijn. Goed, we weten nu dat er 15 vaste bewoners in het huis wonen maar rondom de huwelijken heerst nog wat mysterie, gelukkig hebben we nog 2 maanden om het uit te vogelen. Er werd tot laat in de avond gedanst, kinderchampagne gedronken, taart gegeten en gelachen. Het is belachelijk hoe goed zelfs de kleinste kinderen hun lichaam ritmisch op de maat kunnen laten bewegen maar gelukkig kreeg ik ook blessings terug wat betreft mijn danskwaliteiten. Volgens de buurman zou het aan mijn Ghanese roots liggen.

Donderdag hadden we flink wat werk te verzetten, er waren namelijk nog zeker 11 interviews die we terug moesten luisteren en uit moesten typen en ook had ik zojuist mijn laatste onderbroek uit de kast getrokken. Ik ontkwam er daarom ook niet aan om de handwas te gaan doen. Anderhalf uur later stonden de blaren op mijn vingers en hing de was aan de lijn. De rest van de dag waren we allemaal druk in de weer met het uitwerken van de interviews.

Vrijdagochtend waren we al vroeg uit de veren, het was namelijk weer tijd voor onze favoriete activiteit; het bezoeken van de Grote Vriendelijke Reus. Die dag stond er een voetbaltoernooi gepland. Eenmaal bij Deduako aangekomen is het andere voetbalteam van een nabijgelegen school nog nergens te bekennen. We wachten, en wachten, en wachten. Gelukkig is de sfeer prima want zoals in Ghana gebruikelijk is staan de boomboxen alweer te brullen langs de zijlijn en de bewoners swingen erop los. Ruim 1,5 uur later komen dan eindelijk de tegenspelers opdagen. Zodra ze voor het hek verschijnen beginnen alle bewoners als bezetenen naar ze toe te rennen terwijl ze joelen en vreugdekreten slaken. De tegenspelers deinzen terug, zij komen namelijk van een reguliere basisschool en zijn zichtbaar angstig voor de bewoners, waarschijnlijk zijn ze het niet gewend om zich te mengen met mensen met een beperking. Onder aanmoediging van hun leraar betreden ze dan toch het terrein maar ze blijven zo ver mogelijk uit de buurt van de bewoners als mogelijk. De kinderen verschuilen zich achter elkaar en een aantal leerlingen rennen zelfs terug naar het hek om weg te komen. Nadat Ethel, een van de leraressen van Deduako de kinderen heeft gekalmeerd door hen uit te leggen dat het hebben van een handicap niet besmettelijk is en dat de bewoners hen niets zullen doen worden de voetbalhesjes dan toch aangetrokken en kan het toernooi beginnen. Beide teams zijn erg fanatiek en geloof het of niet, maar de bewoners doen het zeker zo slecht nog niet! Meerdere doelpunten volgen terwijl langs de zijlijn de andere teams staan te klappen en zingen om hun klasgenoten te supporten. Een stukje verderop staan een aantal bewoners die nog niet aan de beurt zijn om te voetballen te dansen bij de boombox en na verloop van tijd mengen ook de kinderen van de andere school zich met hen om samen te dansen. Het ijs is gebroken! Na een uur of 2 is het toernooi ten einde gekomen en we zijn niet op gestaan of de Grote Vriendelijke Reus springt alweer in zijn auto om lunch voor ons te halen. Nadat we volgepropt zijn met rijst, kip en bananen gaat Sasha weer verder met het maken van de website terwijl ik met Jasmine begin aan de eerste muurschildering. We hebben nog geen stap richting de locatie gezet of we hebben al een hele stroom nieuwsgierige bewoners achter ons aan. In de uren dat we werken aan de muurschildering wijken ze niet van onze zijde en ze wijzen ons maar wat graag aan welke plekjes we nog moeten schilderen. Jasmine zal waarschijnlijk ergens een geheugenkaartje voor haar telefoon moeten gaan kopen want een van de bewoners heeft een paar uur durende documentaire geschoten met haar telefoon terwijl we aan het schilderen waren. Uiteindelijk was de eerste muur gevuld, nog 4 te gaan. Het was inmiddels al vrij laat en dus besloten we weer richting huis te gaan, maar niet voordat de Grote Vriendelijke Reus me om nog een gunst vroeg. Hij wilde namelijk binnenkort beginnen met het instuderen van een kerstliedje voor de kerstviering maar hierbij had hij tekeningen nodig zodat de bewoners de tekst zouden kunnen onthouden. Met een stapeltje A4’tjes en de tekst van het liedje werden we niet veel later door onze grote vriend thuis af gezet. Thuis aangekomen krijgen we bijna een hartverzakking wanneer we zien dat de voordeur wagenwijd open staat. Het eerste wat door mijn hoofd flits zijn mijn paspoort, mijn creditcard, en alle andere belangrijke dingen die ik in mijn kamer heb liggen. Wanneer we binnenkomen kunnen we gelukkig alweer snel ademhalen want het blijkt dat onze huisgenoot Ernest voor het eerst sinds weken weer is ingetrokken.

Zaterdagochtend trok ik mijn sportlegging en gympen aan, er stond namelijk een sportief uitje op de planning. Met de trotro vertrokken we richting Effiduase om de ‘prayer mountain’ te beklimmen. Deze berg is een pelgrimsoord voor gelovigen vanuit heel Ghana (en daarbuiten). Mensen beklimmen de berg omdat ze geloven dat de aanwezigheid van God wanneer je de top bereikt erg krachtig is en je hierdoor gezegend zult worden. Nadat we met de trotro Effiduase hadden bereikt werden we al snel overgeheveld in een ‘shared taxi’. Onderweg naar de berg veranderde het landschap en werden we getrakteerd op prachtige uitzichten. De weg veranderde van asfalt in een zandweg van rode klei en de natuur werd steeds ongerepter er diverser. Langs de weg werden de dorpjes naarmate de tijd verliep kleiner en primitiever. Na een kwartiertje rijden doemde er 3 grote bergen voor ons op. Een beetje zoals je ze uit de Lion King kent, met van die afgevlakte berg’toppen’. Dan stopt de taxi plotseling en de chauffeur zegt ons dat we zijn gearriveerd. Hij wijst ons op een smalle doorgang tussen twee hutjes waar blijkbaar het ‘pad richting de berg’ begint. We wagen het er maar op en banen ons een weg tussen de bananen en cacaobomen, dan zien we de eerste traptreden voor ons verschijnen. En velen volgden zo kwamen we er niet veel later achter, vrijwel de gehele klim naar de top bestond uit trappen en dus werd onze conditie flink op de proef gesteld. Onderweg komen we geregeld mensen tegen die de berg afkomen met weekendtassen en kleine koffertjes en we vragen ons af of de klim niet een meerdaagse activiteit zou kunnen zijn. Gelukkig komen we er niet veel later achter dat we bijna boven zijn, zo vertelt een tegenligger wanneer we staan uit te hijgen en het zweet van ons voorhoofd vegen.  Een paar meter verderop worden we getrakteerd op een fantastisch uitzicht, zover het oog reikt zien we bergen, veel groen en een hemelsblauwe lucht. Her en der vliegen libellen en tropisch uitziende vogels rondom bomen met felgekleurde bloemen. Achter ons is een grote rotswand waarin een klein huisje is gebouwd en een man zit met zijn bijbel op een rots te bidden. Het is een serene plek en ondanks het feit dat ik zelf niet gelovig ben(ik beweer hier in Ghana overigens van wel, anders krijg ik problemen) snap ik dat mensen hier graag komen. Nadat we van het uitzicht hebben genoten klimmen we verder naar boven en horen we in de verte gepraat en gezang. Wanneer we dichterbij komen blijkt dat boven op de berg in de bossen veel mensen aan het bidden zijn. Ze staan door het bos verspreid op open plekken en lezen hardop voor uit hun bijbel. Anderen zingen Bijbelse liederen en ook klinkt het her en der alsof er een veiling gaande is zo rap als ze spreken en dezelfde woorden steeds maar weer herhalen. Sommige mensen lijken wel in een trance te verkeren wanneer ik even door het bladerdek heen spiek. Er hangt een mystieke sfeer op de plek. Terwijl we onze ogen uitkijken en door het bos wandelen worden we door diverse passanten aangesproken. De gebruikelijke vragen worden gesteld: wat is je naam, waar kom je vandaan, ben je getrouwd, ben je christen en dit keer ook een nieuwe in de categorie ‘Frequently Asked Questions’, hoe ben je hier boven gekomen? Iedereen vond het een hele prestatie zo bleek, dat 3 obroni’s in de bloedhitte in een eerste poging de top bereikten. Het droge seizoen is hier inmiddels begonnen en de hitte kan genadeloos zijn. Ook hebben Sasha en ik last van onze luchtwegen, volgens de buurman omdat er in dit droge seizoen veel stof in de lucht hangt waardoor veel mensen ziek worden. Nog verbaasder waren ze wanneer we vertelden dat we diezelfde dag ook weer zouden afdalen. Nu bleek waarom iedereen met koffertjes de berg af kwam, de meeste mensen blijven namelijk zeker een week boven om tijd door te brengen in 1 van de 8 ‘prayer camps’.  We besluiten een van de prayer camps te bezoeken en een passant legt ons uit dat kamp 3 het mooiste uitzicht heeft en ook niet geheel onbelangrijk; de mooiste kerk. Aangekomen bij kamp 3 heeft onze raadgever zeker niet gelogen, het uitzicht is fantastisch! Van de kerk kan ik helaas niet hetzelfde zeggen, dit was een vrij kitscherig en plastic gebouw. Het kamp bevind zich op het plateau van de berg en zover het oog reikt zien we mensen rondjes lopen en bidden, of tegen een boomstam leunend met gesloten ogen prevelen. We lopen nog wat rond en nemen de sfeer in ons op, dan beginnen we aan de terugweg. We zijn nog geen 5 minuten onderweg of ik hoor ineens mijn naam uit de bossen komen. Dat kan niet waar zijn, ik heb het vast verkeerd gehoord of de malariapillen beginnen hun bijwerkingen te geven denk ik. Maar dan hoor ik het weer, en ook Sasha is er van overtuigd dat het inderdaad mijn naam is die wordt geroepen. We lopen een stukje terug en zien een man staan op een open plek in het bos, het blijkt een van de vele mensen met wie we een praatje hebben gemaakt onderweg naar boven. De Ghanezen zijn over het algemeen enorm vriendelijk en erg in je geïnteresseerd. Ze onthouden alles wat je ze verteld, je naam uiteraard dus ook! Het bleek dat onze nieuwe vriend nog even wat selfies met ons wilde maken, dan had hij iets leuks voor op facebook. Na de fotoshoot vervolgden we onze weg naar beneden weer en stopten we nog even om onze zelfgesmeerde boterhammen op te eten, we blijven immers Hollanders! Na de ‘lunch with a view’ legden we de laatste etappe af voordat we weer op lage grond stonden, met knikkende knieën van de inspanning.

Ook op zondag zaten we niet stil en gingen we met de trotro opnieuw richting Effiduase. Daar aangekomen stapten we in een andere trotro richting het Bomfobiri wildlife sanctuary. In een rustig dorpje werden we eruit gegooit en bleek dat de trotro’s niet verder dan dit punt reden en dus waren we aangewezen op een taxi. Direct werden we omsingeld door een hele groep taxichauffeurs die stuk voor stuk veel te veel geld vroegen voor de rit naar het park, maar liefst 150 cedi! We hielden voet bij stuk tot we een taxi hadden gevonden voor 40 cedi. Halverwege de rit werd de weg steeds bergachtiger en tot onze verbazing stopt de chauffeur halverwege de berg omdat de auto begon te stotteren.  ‘I have to refuel the tank’, en voor we het weten duikt hij in de achterbak om een jerrycan benzine te pakken. Sasha, Jasmine en ik zitten nog in de auto en tot onze schrik voelen we de auto langzaam kleine stukjes achteruit rijden, de berg af. ‘Sir, the handbreak is not working very well, can I get out?’, vraag ik enigszins in paniek. ‘No madam, it is fine, don’t you worry!’. De deur kan van binnenuit niet open en we zitten als 3 bange muisjes in de auto terwijl we proberen zo min mogelijk te bewegen. Het lijkt wel een eeuwigheid te duren voordat de tank vol is en dus houden we een paar minuten onze adem tot we weer vooruit rijden in plaats van achteruit. De omgeving is erg uitgestorven, we komen niemand tegen onderweg en ook zijn er geen dorpjes meer te bekennen. Na een tijdje komen we aan bij een open plek in het bos waar een militaire oefening gaande is. Een mannetje met een vooroorlogs geweer stapt bij ons in de taxi en stelt zich voor als ‘gids George’, met hem rijden we naar de ingang van het park waar we te voet verder gaan. Het park is prachtig en weer heel anders dan wat we tot nu toe van Ghana hebben gezien. Hoewel het nog steeds mooi groen is zijn er meer bergen en is het klimaat wat droger en zanderiger. Na een tijdje lopen hoor ik in de verte het geluid van een waterval en dus vraag ik de gids of ik even gebruik kan maken van ‘the ladiesroom’ voordat ik het in mijn broek doe. Na een fijne wildplaservaring komen we aan bij de grote attractie van het park; de waterval. Omdat we te laat zijn om wilde dieren te spotten is dit vandaag onze eindbestemming. Het is de mooiste waterval die ik ooit gezien heb, dus het was zeker de moeite waard om helemaal naar Bomfobiri af te reizen. De waterval lag half verscholen tussen bomen en rotsen en het was er heerlijk stil en rustig gezien we de enige bezoekers van het park waren. Dit is in mijn ogen overigens echt een van de grootste voordelen van reizen door een niet al te toeristisch land,  je hebt de mooiste plekjes helemaal voor jezelf en dat komt de charme van een plek vrijwel altijd ten goede! Gids George liet wel even zien hoe het moest en trok zijn shirt uit om een lekkere ‘waterval-douche’ te nemen. We verbleven nog een half uurtje bij de waterval om van de omgeving te genieten en begonnen toen aan de wandeling terug naar de taxi.

En dat was dan alweer de 5e week hier in Ghana..

Zie ik je volgende week weer?

Kus, Lautje.

Foto’s

3 Reacties

  1. Marian:
    4 november 2018
    Heb weer genoten van je blog. Kijk uit naar volgende week. Wat een gave muurschildering trouwens!
  2. Ursy:
    4 november 2018
    Dat was weer genieten Lau. Zo mooi geschreven, alsof ik een boek aan t lezen ben!
  3. Berna:
    6 november 2018
    6 november 2018
    Het was een onvergetelijke verjaardag voor jou, Lau en wat heb je weer veel meegemaakt. Je hebt geluk gehad met mooie plekken te bezoeken die nog niet ontdekt zijn. Ik ben heel benieuwd naar je volgende interviews.
    Big hug en kus.